Huisvesting nieuwe scholen

Scholen zijn over het algemeen gebaat bij onderwijs op een (zeer) beperkt aantal locaties en op locaties die van goede kwaliteit zijn. Er zijn geluiden dat nieuw gestichte scholen soms voor meerdere jaren gehuisvest zijn op meerdere locaties, of in schoolgebouwen van onvoldoende kwaliteit. In het kader van de voorbereiding van het wetsvoorstel Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen hebben we dit voor het ministerie van OCW onderzocht. Versnippering van nieuwe scholen over verschillende adressen lijkt niet of nauwelijks aan de orde te zijn. Nieuwe scholen blijken wel regelmatig te verhuizen, omdat er niet meteen passende huisvesting beschikbaar is.

Meer informatie?
Neem contact op meer Kees.

Bewegingsonderwijs en vakleerkrachten

In het basisonderwijs moeten 90 minuten bewegingsonderwijs per week worden gegeven. Niet alle scholen halen dat. En ook niet alle scholen zetten daarvoor bevoegde leerkrachten in, laat staan vakleerkrachten. Het ministerie van OCW vroeg ons, aan de hand van verschillende beleidsambities/scenario’s, om uit te zoeken wat nodig is om deze normen te behalen.

We maakten voor vier scenario’s een doorberekening van de kosten en baten van meer vakleerkrachten en lesuren in het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Afhankelijk van de per scenario gestelde beleidsambities kunnen de additionele investeringen gedurende de periode 2017-2021 oplopen van circa € 167 mln tot om en nabij € 790 mln. Het aantal extra benodigde vakleerkrachten loopt daarbij op van circa 2050 tot ruim 5800 vakleerkrachten.

Meer informatie?
We deden dit onderzoek samen met het Mulier Instituut.

U kunt contact opnemen met Kees.

Naschoolse activiteiten in Amsterdam West

Kinderen tussen de 6 en 12 jaar zijn volop bezig met het ontdekken van hun talenten en interesses. De ontwikkeling hiervan speelt zich niet alleen af tijdens schooluren. Scholen proberen, eventueel samen met welzijnsorganisaties, een brug te slaan tussen onderwijs en talentontwikkeling. Zij organiseren hiertoe naschoolse activiteiten (NSA). Stadsdeel West van de gemeente Amsterdam ondersteunt dergelijke NSA middels de subsidieregeling Brede Talentontwikkeling (BTO).

In opdracht van stadsdeel West zochten wij uit op welke manier naschoolse activiteiten bijdragen aan talentontwikkeling van kinderen. Het rapport resulteerde in aanbevelingen ter verbetering.

Meer informatie?
Benieuwd naar de aanbevelingen? Lees hieronder ons rapport of bekijk onze factsheet.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Yannick.

Evaluatie Curriculum.nu

Wat moeten leerlingen op school meekrijgen om uit te groeien tot volwassenen die zich kunnen handhaven in en bijdragen aan onze samenleving? Welke leerstof willen we in het curriculum behouden, wat toevoegen en wat loslaten? Een herziening van het curriculum kan hierover duidelijkheid bieden aan de scholen.

Begin 2018 is daarom een ontwikkeltraject gestart dat de actualisering van de kerndoelen en eindtermen voorbereidt. Tijdens het traject buigen negen ontwikkelteams van leraren en schoolleiders zich over de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen op negen leergebieden. De ontwikkelteams ontvangen daarbij feedback van ontwikkelscholen, (vak)experts en andere betrokkenen. We monitoren de voortgang van dit complexe ontwikkeltraject met een heel handige procesthermometer. Eventuele knelpunten worden hiermee direct duidelijk, waardoor het proces gericht kan worden bijgestuurd.

Meer informatie?
Klik hier voor de website van het project of bel met Jacob.

Regeldruk en de Regeldrukagenda

Hoe ontwikkelt zich de ervaren regeldruk in het po, vo en mbo? En welke rol spelen de maatregelen uit de Regeldrukagenda daarbij? Dat waren belangrijke vragen voor de evaluatie van de Regeldrukagenda. Uit onze evaluatie blijkt dat er in alle sectoren meer aandacht is voor de regeldruk. Een groot deel van de scholen neemt maatregelen om regeldruk die uit de eigen schoolorganisatie komt te verminderen. De Regeldrukagenda wordt mede genoemd als aanleiding voor die aandacht.

Dit onderzoek maakt deel uit van het door NRO gefinancierde en door de Erasmus Universiteit Rotterdam en de VU Amsterdam uitgevoerde project ‘Regulering, regeldruk en ruimte voor sturing in het onderwijs’.

Meer informatie?
Neem contact op met Kees of kijk bij ons project Meldpunt Regeldruk po.

De subsidieregeling voor jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen heeft te weinig bereik

Voor jongeren met een beperking is het vaak moeilijk om een opleiding te volgen in het gewone beroepsonderwijs. Zij kunnen gebruikmaken van de ESB-regeling: een subsidie voor jongeren vanaf 18 jaar met ernstige scholingsbelemmeringen, waarmee ze in een speciale scholingsinstelling een traject op maat kunnen volgen. De ESB-regeling kan in heel Nederland worden aangevraagd. Uit ons onderzoek blijkt echter dat de subsidie slechts in een beperkt aantal arbeidsmarktregio’s wordt gebruikt. Dit zijn, niet toevallig, de regio’s waarin de speciale scholingsinstellingen zijn gevestigd.

Nederland kent vier scholingsinstellingen die aan de hand van de ESB-regeling jongeren scholen en naar werk begeleiden. Onze eerdere evaluatieonderzoeken van de ESB-regeling (2012 en 2016) laten zien dat de instellingen goede resultaten behalen met de doelgroep. De integrale ondersteuning die zij jongeren bieden is uniek in Nederland.

Het aanbod bereikt maar een deel van de doelgroep
De regio’s waar het meeste gebruik wordt gemaakt van de ESB-regeling zijn Zuid-Limburg, Friesland, Regio Zwolle, Groningen en Midden-Gelderland. In de overige arbeidsmarktregio’s wordt geen of weinig gebruik gemaakt van de subsidieregeling. Dit betekent niet dat daar geen jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen wonen. We schatten dat er in Nederland per jaar zo’n 500 tot 650 jongeren zijn die onder de doelgroep vallen. De vier ESB-scholingsinstellingen kunnen samen zo’n dertig tot veertig procent van deze jongeren een traject aanbieden.

In veel regio’s geen integraal aanbod voor jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen
In de regio’s waar geen gebruik wordt gemaakt van de ESB-regeling ontbreekt een integraal ondersteuningsaanbod voor jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen. De doelgroep krijgt op allerlei andere manieren ondersteuning, bijvoorbeeld ondersteuning bij het behalen van een diploma, arbeidstoeleiding, een combinatie van leren en werken of dagbesteding. Een integraal aanbod als dat van de ESB-instellingen had de jongeren wellicht verder kunnen brengen. Deze bevindingen zijn voor het ministerie van SZW aanleiding om (binnen de bestaande financiële kaders) een variant op de ESB-regeling uit te werken waarmee een bredere groep kan worden bereikt. In haar brief aan de Kamer stelt Staatssecretaris Van Ark te streven naar “een evenwichtige ondersteuning van jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen in alle regio’s, in aansluiting op de infrastructuur die in de regio beschikbaar is.” De expertise van de ESB-instellingen kan daarbij een belangrijke rol spelen.

Meer weten?
Klik hier voor het rapport van onze Quickscan niet-gebruik ESB-regeling. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jacob van der Wel.

Evaluatie ESB-regeling

De ESB-regeling is een subsidieregeling voor jongeren met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen. De regeling geeft jongeren toegang tot een traject waarin scholing en arbeidstoeleiding worden gecombineerd. De uitvoering van de trajecten is in handen van vier scholingsinstellingen die samenwerken onder REA College Nederland en EEGA.

Uit de evaluatie bleek dat de ESB-scholingsinstellingen goede resultaten behalen bij scholing en begeleiding van de doelgroep naar werk. Wel is het bereik van de regeling beperkt. Deelnemers aan de regeling komen doorgaans uit de omgeving van de scholingsinstelling. In de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland maken vrijwel geen jongeren gebruik van de regeling.

Deze conclusie was de aanleiding voor een vervolgonderzoek naar (de ondersteuning van) de ESB-doelgroep in de regio’s die niet gedekt worden door het ESB-aanbod. Daarin stellen we vast dat de ESB-doelgroep in alle regio’s voorkomt en landelijk een omvang heeft van zo’n 500 tot 650 jongeren per jaar. Buiten de regio’s waar de ESB-scholingsinstellingen zijn gevestigd is het ondersteuningsaanbod voor deze jongeren minder omvattend dan het ESB-aanbod.

Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jacob.

 

Toezicht naleving Leerplichtwet door scholen

Om tot een betere naleving van de Leerplichtwet door de schoolhoofden te komen, is het toezicht hierop in 2012 wettelijk overgegaan van de gemeente naar de Inspectie van het Onderwijs. We onderzochten voor het ministerie van OCW hoe het in 2017 is gesteld met het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet door scholen en mbo-instellingen. Het onderzoek maakt duidelijk dat het inspectietoezicht op de naleving van de Leerplichtwet sinds 2014-2015 is verbeterd.

Meer informatie?
Meer weten over de bevindingen? Lees hieronder ons rapport. Vragen over dit onderzoek of thema’s op het terrein van leerplicht? Neem contact op met Jos.

Toename vrijstellingen van leerplicht ‘5 onder a’

De afgelopen jaren is het aantal vrijstellingen van de leerplicht op grond van lichamelijke of fysieke beperking (artikel 5 onder a) gestegen van bijna 3100 in 2010-2011 naar bijna 5100 in 2014-2015. Door de invoering van onder meer passend onderwijs en de Wet langdurige zorg was een teruggang verwacht. In de media komt regelmatig de suggestie voorbij dat dit soort vrijstellingen te makkelijk wordt afgegeven. Veruit de meeste leerplichtambtenaren die wij hebben gesproken, herkennen dat beeld niet. Bovendien hebben leerplichtambtenaren juridisch gezien geen mogelijkheden om deze vrijstellingen tegen te gaan als ouders er een onderbouwd beroep op doen.

Als we kijken naar mogelijke verklaringen voor de stijging, is de eerste vraag of de geregistreerde stijging feitelijk wel klopt. De registratie heeft in de afgelopen jaren steeds meer aandacht gekregen en definities zijn verduidelijkt. Dit heeft bij meerdere gemeenten tot een ophoging van de cijfers geleid. Dit neemt niet weg dat de groei (deels) wel degelijk feitelijk kan zijn. Het onderzoek vond plaats in opdracht van het ministerie van OCW, met ondersteuning van Ingrado.

Meer informatie?
Neem contact op met Jos.

Eindexamenvakken op hoger niveau nu zichtbaar op het diploma

Deze maand ontvingen de eerste leerlingen die een eindexamenvak op hoger niveau hebben afgelegd een diploma waarop dit expliciet vermeld staat. Voorheen stond het alleen op de cijferlijst bij het diploma. Het levert de leerling nog niet veel concrete voordelen op. Wel krijgt de leerling erkenning voor zijn prestatie.

De vermelding op het diploma is een gevolg van het beleid waarin meer ruimte wordt gecreëerd voor maatwerk en flexibilisering in het voortgezet onderwijs. Met dit beleid wil het ministerie van OCW leerlingen meer kansen geven om het maximale uit zichzelf te halen.

In 2015 deden in totaal 1850 vmbo- en havo-examenleerlingen eindexamen in een of meerdere vakken op een hoger niveau. Tweederde daarvan is een vmbo-leerling in de basis- of kadergerichte leerweg. In de cijfers zit weinig ontwikkeling, al is ten opzichte van ons onderzoek in 2012 het aandeel van de vmbo-gt- en havo-leerlingen wat verstevigd.

Wellicht dat erkenning via het diploma scholen en leerlingen stimuleert om vaker gebruik te maken van deze vorm van maatwerk. Ook de ‘terugvaloptie’ kan daarvoor een stimulans zijn. Leerlingen die het vak op hoger niveau moeten herkansen mogen dat op het oorspronkelijke (lagere) niveau doen.

Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jacob van der Wel.