Thuiszitters een zorg in Apeldoorn?

De afgelopen maanden hebben wij in opdracht van de Rekenkamercommissie van Apeldoorn onderzoek gedaan naar de aard en omvang van het schoolverzuim en het aantal thuiszitters in Apeldoorn. Het rapport, getiteld ‘Thuiszitters een zorg?’, geeft niet alleen inzicht in de aard en omvang van de problematiek van de afgelopen jaren, maar biedt ook een doorkijk naar de achterliggende redenen.

Definitiewijziging thuiszitters
Vanaf schooljaar 2016-2017 heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de definitie voor thuiszitters bijgesteld naar leerlingen die vier opeenvolgende weken ongeoorloofd verzuimen. Voorheen werden onder de thuiszitters ook de leerlingen gerekend die langdurig geoorloofd verzuimden vanwege bijvoorbeeld medische gronden (langdurig zieke leerlingen). Na de definitiewijziging is het aantal thuiszitters in Apeldoorn dat door leerplicht is geregistreerd sterk gedaald ten opzichte van de periode voor de definitiewijziging.

Deze daling rijmt niet met de algemene beleving van gemeenteraadsleden en ouders in Apeldoorn die geen daling maar juist een stijging menen te zien in het aantal jeugdigen dat thuiszit binnen de gemeente. De gemeenteraadsleden en ouders hebben daarom zorgen geuit over een groep leerlingen die mogelijk niet meer in beeld is als gevolg van de definitiewijziging. Onder meer door dit gebrek aan inzicht in de volledige omvang van het aantal thuiszitters was er behoefte aan onderzoek dat zou nagaan wat het aantal thuiszitters de afgelopen jaren is geweest en wat de achterliggende oorzaken ervan zijn.

Algemeen beeld
In het onderzoek hebben we allereerst de algemene stand van zaken geschetst voor wat betreft het beleid, de uitvoering en de ervaringen van stakeholders omtrent schoolverzuim en thuiszitters. De huidige cijfers laten zien dat de verzuim- en thuiszittersaantallen van Apeldoorn onder het landelijk gemiddelde liggen. De daling in het aantal thuiszitters wordt echter met name verklaard door de definitiewijziging van het begrip. De officiële leerplichttellingen geven geen volledig beeld van het aantal jeugdigen dat daadwerkelijk thuiszit. Daarnaast lijkt de gemeente nog onvoldoende inzicht en grip te hebben op leerlingen die zorgwekkend verzuimen (bijvoorbeeld leerlingen met frequent ziekteverzuim), onder meer door beperkingen in wet- en regelgeving om in te grijpen bij dit type verzuim.

Daarnaast worden de schotten in de geldstromen tussen onderwijs en zorg worden (nog steeds) als erg hoog ervaren. De betrokken professionals hebben behoefte aan betere afspraken over casusregie en terugkoppeling en meer flexibiliteit en maatwerkoplossingen in de aanpak van de thuiszittersproblematiek. De gesproken ouders van thuiszittende leerlingen geven aan zich onvoldoende gehoord te voelen door de school en zorgverleners. Kern is dat ouders en kinderen met name een persoonlijk en open gesprek hebben gemist met de school en zorgverleners.

Aanbevelingen Rekenkamercommissie
Aan het college hebben wij  aanbevolen om alle thuiszitters (ook die met een geoorloofde reden thuiszitten) te rapporteren in de jaarlijkse leerplichtverslagen en om het beleid omtrent geoorloofd verzuim meer in lijn te brengen met de preventieve verzuimaanpak. Dit kan door de (al ingevoerde) M@ZL-methodiek (Medische Advisering van Ziekgemelde Leerling) op meer vo-scholen uit te rollen (M@ZL is een beproefde methodiek voor een integrale aanpak van zorgwekkend ziekteverzuim bij scholieren in het vo en mbo). Ook vragen we aandacht voor het evalueren van de vernieuwde regieafspraken, het creëren van een frictiebudget tussen onderwijs en zorg en het organiseren van jaarlijkse gesprekken tussen raadsleden en (ouders van) thuiszittende jeugdigen.

Reactie college en gemeenteraad
Het college geeft in zijn bestuurlijke reactie aan de conclusies van de Rekenkamercommissie te onderschrijven en de aanbevelingen voortvarend op te willen pakken. Het rapport ‘Thuiszitters een zorg?’ is inmiddels in de Politieke Markt van Apeldoorn (PMA) besproken met gemeenteraadsleden. Wethouder Nathan Stukker (portefeuillehouder Onderwijs) heeft toegezegd een jaarlijkse update van de voortgang op de aanbevelingen te geven bij het jaarverslag Leerplicht. Voor dit jaar zal rond juni via de raadsbrief de informatie worden verstrekt, en dan zal specifiek op het vraagstuk van het frictiebudget en het regievraagstuk worden ingegaan.

Meer informatie
De PMA en het gespreksverslag zijn via de gemeentelijke website terug te zien en lezen. Raadpleeg het volledige onderzoeksrapport voor meer informatie of neem contact op met onderzoeker Suna Duysak.

Bliksemtraject veranderlogica

Gemeenten en hun uitvoeringspartners zijn continu bezig de effectiviteit en efficiency van beleidsmaatregelen te optimaliseren. Is dat ook voor u herkenbaar? En heeft u daarbij behoefte aan handvatten om scherpe keuze te maken, het beleid te monitoren en hierover te kunnen rapporteren? Wij kunnen u helpen met een bliksemtraject veranderlogica om beleid effectiever en efficiënter op te zetten.

Een veranderlogica (Theory of Change) maakt zichtbaar hoe het beleid maatschappelijke impact nastreeft. In een bliksemtraject brengt u samen met uw partners systematisch in kaart wat de relatie is tussen de doelen van het beleid en de interventies die worden ingezet om die doelen te bereiken. Zo wordt expliciet gemaakt welke werkende mechanismen ertoe moeten leiden dat de interventies bijdragen aan het realiseren van de beoogde doelen. Werken met een uitgewerkte veranderlogica zorgt voor analytische scherpte om beleidskeuzes beter te identificeren en tegen elkaar af te wegen. Bijvoorbeeld als input voor een nieuwe beleidsperiode of bij het ontwerpen of aanscherpen van een aanpak.

Traject op Maat
U kunt zelf uw traject samenstellen uit vijf onderdelen. Wij denken natuurlijk graag mee in uw keuze voor een compacte werkwijze passend bij uw vraag en de lokale context. Ter afsluiting van het traject ontvangt u concrete producten die u in kan zetten om uw aanpak verder te versterken.

Klik op de afbeelding om het bliksemtraject te zien:

In de praktijk: Veilige Steden
Binnen het programma Veilige Steden hebben deelnemende steden een theory of change opgesteld. Hiermee hebben zij o.a. samen met de veldpartners een gezamenlijke visie op de problematiek helder gemaakt en prioriteiten voor de komende programmaperiode bepaald.

Wilt u meer weten over het aanbod? Neem gerust contact met ons op, we denken graag met u mee.

Onderzoek Platform Jongeren & Werk

Een betere wereld, waarin alle jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen en vrije keuzes kunnen maken om onderwijs te volgen en te werken. Een Nederland waar jongeren werk kunnen vinden en aan het werk blijven, óók de meest kwetsbare jongeren. Dit is wat het Platform Jongeren & Werk wil bereiken, door professionals in het veld te versterken en verschillende betrokkenen met elkaar te verbinden. Het Platform Jongeren & Werk wordt gerund door Rebel en mede mogelijk gemaakt door de Goldschmeding Foundation.

Wij zijn als onafhankelijk onderzoekspartner aangesloten bij het Platform Jongeren & Werk. We bekijken de werking van de allianties die door het platform worden ondersteund en onderzoeken de impact van het platform. De verschillende publicaties die we op basis van ons onderzoek opstellen verschijnen op de website van het platform.

Meer informatie?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Miranda.

Evaluatie Brede Regeling Combinatiefuncties

Via de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC) kunnen gemeenten met cofinanciering van het Rijk functionarissen (buursportcoaches en cultuurcoaches) inzetten die sport of cultuur verbinden met andere domeinen, zoals onderwijs, zorg of welzijn. Mede met deze regeling wil de rijksoverheid eraan bijdragen dat iedereen een leven lang met plezier kan sporten en bewegen en toegang heeft tot cultuur. Samen met Cebeon evalueerden we de inrichting en de werking van de regeling.

Het onderzoek naar de BRC moest inzicht geven in de relatie tussen enerzijds de bestuurlijke en financiële inrichting van de regeling en anderzijds de impact ervan. Ons onderzoek laat zien dat de afspraken tussen Rijk en gemeenten rond de BRC en de koppeling met andere landelijke akkoorden, waar de BRC-doelstellingen bij aansluiten, gemeenten stimuleren om er via lokale beleidsplannen invulling aan te geven. Ze maken gebruik van de ruimte om eigen keuzes te maken bij de inzet van de combinatiefunctionarissen, buursportcoaches en cultuurcoaches. De combinatie waarbinnen de betrokken overheden gezamenlijk doelen bepalen en de gemeenten beleidsvrijheid hebben over de inzet van een afgebakend budget, lijkt vooralsnog goed te werken. Voortzetten van de regeling vraagt echter wel om een mogelijk herformulering van aspecten ervan. Dit om ervoor te zorgen dat de regeling voldoende ruimte en garanties biedt voor de beleidsvrijheid van de gemeenten en voor het bereiken van de landelijke doelstellingen.

Meer informatie? Lees ons onderzoeksrapport of neem contact op met Kees en/of Miranda.

Leren in de educatie, lesgeven, begeleiden en faciliteren

Stichting Expertisecentrum Oefenen.nl en Uitgeverij Eenvoudig Communiceren presenteerden 9 september het boek ‘Leren in de educatie, lesgeven, begeleiden en faciliteren’. Het praktische boek is waardevol voor iedereen die werkt in het volwassenenonderwijs.

Het boek ‘Leren in de educatie, lesgeven, begeleiden en faciliteren’ is een boek met artikelen over volwassenen in de context van een leven lang ontwikkelen. Directeur Rashid Azimullah van Expertisecentrum Oefenen.nl overhandigde op 9 september het eerste exemplaar aan Jonne Groot, Projectleider actieprogramma Tel mee met Taal van het ministerie van OCW. Onze collega Yannick Bleeker schreef een artikel over het realistisch evalueren van cursussen in de volwasseneneducatie. In drie stappen legt hij uit hoe je met beperkte tijd en middelen de kwaliteit van cursussen kunt onderzoeken en verbeteren. Het boek is te bestellen op de website van de uitgeverij. De artikelen uit het boek zijn ook online beschikbaar via deze link.

 

Implementatietraject Impactmonitor huiselijk geweld en kindermishandeling is gestart

Hoe kan kennis uit de Impactmonitor huiselijk geweld en kindermishandeling ingezet worden voor een effectievere aanpak HGKM? Regioplan biedt zowel beleid als praktijk van gemeenten, regio’s en hun ketenpartners ondersteuning in het gebruik van de Impactmonitor.

De Impactmonitor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (verder: Impactmonitor) is een middel dat draagt aan het verbeteren van de aanpak van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (HGKM). Het benutten van de beschikbare kennis bij agendering, aansturing, inrichting en uitvoering van de aanpak van HGKM helpt bij het komen tot een effectievere aanpak.

Per 1 september zijn wij gestart met het ondersteunen van Geweld hoort nergens Thuis-regio’s bij het werken met de Impactmonitor. Dit doen wij in opdracht van VWS, het programmateam GHNT en de VNG. Hierbij worden zowel beleid als praktijk van gemeenten, regio’s en hun ketenpartners betrokken in het gezamenlijk benutten van de impactmonitor. De ondersteuning is gericht op zowel kennisverspreiding over bestaan en inhoud van de Impactmonitor als het praktische gebruik (hoe vind ik welke cijfers?). Ook bieden wij ondersteuning bij de inzet van de cijfers voor ontwikkeling en evaluatie van beleid en voor het sturen op de uitvoering van de aanpak. Daarbij wordt ook informatie opgehaald om de monitor verder te ontwikkelen, waarbij wordt aangesloten bij lokale, regionale en andere actuele ontwikkelingen.

 

Gebruiken van de Impactmonitor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Hoe kan kennis uit de Impactmonitor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling ingezet worden voor een effectievere aanpak HGKM? Regioplan ontwikkelde een aantal instrumenten die gemeenten, regio’s en hun ketenpartners daarbij helpen.

De Impactmonitor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (verder: Impactmonitor) ontsluit data die gebruikt kunnen worden bij de agendering, aansturing, inrichting en uitvoering van de aanpak van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (HGKM) en beoogt zo bij te dragen aan de verbetering van de effectiviteit van die aanpak.

Regioplan ondersteunde in het najaar van 2021 en het voorjaar van 2022 regio’s bij het werken met de Impactmonitor. Daarbij werden beleid en uitvoeringspraktijk van gemeenten, regio’s en hun ketenpartners betrokken. De ondersteuning was gericht op zowel kennisverspreiding over het bestaan en de inhoud van de Impactmonitor als op het praktische gebruik ervan (hoe vind ik welke cijfers?). Ook bood Regioplan ondersteuning bij de inzet van de cijfers voor ontwikkeling en evaluatie van beleid en voor het sturen op de uitvoering van de aanpak. Daarbij werd ook informatie opgehaald om de monitor verder te ontwikkelen.

Het project heeft geresulteerd in een rapportage waarin inzichten voor verbetering van het gebruik van de Impactmonitor gebundeld zijn, en die ook een advies bevat voor de verdere ontwikkeling van de Impactmonitor. Ook zijn verschillende instrumenten ontwikkeld om het gebruik te ondersteunen en daarmee het kennisgestuurd werken in regio’s te versterken.

Huiselijk geweld in coronatijd: naar een ‘coronaproof’ aanpak voor de gemeente Arnhem

De coronacrisis en bijbehorende maatregelen hebben grote impact op de manier hoe we in Nederland werken, wonen en leven. Dit levert vragen en zorgen op over het effect van de coronacrisis op de prevalentie van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Ook de gemeente Arnhem kampt met deze vragen. Zij wilden graag zicht op de prevalentie van HGKM in 2020 en of de Arnhemse aanpak bijsturing vraagt in én na de tijd vol coronamaatregelen. Wij deden onderzoek naar de HGKM-problematiek en aanpak in 2020 in Arnhem.

Onderzoek naar de impact van de coronacrisis
De aandacht voor HGKM en mogelijke gevolgen van de coronacrisis op deze problematiek is groot. Zowel wereldwijd als in Nederland is er op landelijk en lokaal niveau aandacht voor de signalering en aanpak van HGKM. Ook zijn er in het afgelopen jaar meerdere onderzoeken geweest naar de impact van de coronacrisis op HGKM. Deze onderzoeken geven echter nog geen eenduidig beeld over de prevalentie van HGKM. In verschillende landen is een stijging van het aantal HGKM-gevallen geconstateerd en verschillende hulporganisaties zien het aantal berichten of telefoontjes toenemen. Maar hoe zit dat in Arnhem? Welke gevolgen hebben de coronamaatregelen zoals de avondklok, de sluiting van de scholen en het thuiswerken voor de veiligheid in relaties en gezinnen? Leidt de lockdown waarin we als maatschappij meer binnen zijn gaan leven, en gezinnen meer ‘op elkaars lip’ zitten tot meer onveiligheid? En welke impact hebben de maatregelen op de aanpak? Is de problematiek minder zichtbaar geworden voor professionals? Hoe maak je als professional veiligheidsinschattingen vanuit je eigen huis? En welke impact hebben de maatregelen op de ketensamenwerking?

De prevalentie in Arnhem
Door middel van een analyse van Veilig Thuismeldingen en data van hulpverleningsorganisatie Moviera hebben we inzicht verschaft in de prevalentie van HGKM in 2020 en mogelijke veranderingen ten opzichte van 2019. Uit verschillende onderzoeken weten we welke risicofactoren er zijn voor het ontstaan van geweldssituaties. Tijdens de coronacrisis is het risico van een aantal van deze factoren nog groter. Op basis hiervan kan een toename van geweld verwacht worden. Dit zien we echter niet terug in de data van Veilig Thuis. Naast de daling van het aantal adviezen en meldingen constateren we dat ouderenmishandeling steeds meer uit beeld lijkt te verdwijnen.

De Arnhemse aanpak
De gemeente Arnhem heeft op verschillende manieren (chatfunctie, campagnes, intensiveren contact ketenpartners) gedurende de coronacrisis extra inzet gepleegd ten behoeve van de aanpak HGKM. De (gedeeltelijke) digitalisering van de uitvoering van de hulpverlening is de grootste aanpassing. Dit lijkt enkel een aanpassing in vorm, maar heeft wel degelijk een effect op de effectiviteit van de HGKM-aanpak: een beperktere signalering van (nieuw of opgelaaid) geweld, het ontstaan van nieuwe kwetsbare groepen en professionals die behoefte hebben aan gemeentelijke kaders en ondersteuning om in coronatijden veilig voor henzelf en cliënten te handelen.

Is de lokale HGKM-aanpak coronaproof?
In ons rapport is te lezen hoe we op basis van Veilig Thuismeldingen en data van Moviera de prevalentie in de gemeente Arnhem inzichtelijk hebben gemaakt. En hoe we met behulp van een analyse van risicofactoren, een literatuurstudie, interviews met landelijke en lokale professionals en reflectiesessie met ervaringsdeskundigen zicht hebben gekregen op de aanpak in coronatijd en de ervaringen, behoeftes, en best practices hebben meegenomen in een advies voor een meer ‘coronaproof’ aanpak. Het rapport biedt ook voor andere gemeenten een checklist van aandachtspunten voor bijsturing van de lokale HGKM-aanpak in coronatijd, zowel voor de gemeente als voor de professionals.

Enkele belangrijke aanknopingspunten voor een ‘coronaproof’ HGKM-aanpak zijn:

  1. Er is een versterkt bewustzijn over HGKM onder professionals, maar met name voor kinderen. Zet in op kennis en bewustwording bij professionals over de risico’s van de coronacrisis met extra aandacht voor signalering van en hulpverlening bij partnergeweld en ouderenmishandeling. -Vooral ouderenmishandeling dreigt buiten beeld te raken.
  2. Agendeer bij professionals de aandacht voor het ontstaan van nieuwe risicogroepen en kwetsbare situaties: bijvoorbeeld jongeren, mensen met een licht verstandelijke beperking, mantelzorgers, cliënten die niet digitaal vaardig zijn of de apparaten niet hebben, en ouders die een omgangsregeling hebben.
  3. Zet in op een risico-gestuurde aanpak: een deel van de HGKM-problematiek is verborgen. Daarom is het van belang om in de aanpak te sturen op ondersteuning van de nog verborgen problematiek, o.a. door risicofactoren voor HGKM een duidelijkere plek in die aanpak te geven. Kijk hierbij specifiek welke risicofactoren in verhoogde mate gelden in de betreffende regio of gemeente en verbind de lokale HGKM-aanpak hieraan.
  4. De digitalisering van de hulpverlening biedt kansen, maar creëert ook risico’s zowel voor cliënten als professionals. Er zijn nieuwe mogelijkheden om hulp te vragen (chatfunctie) en hulpverlening doorgang te laten vinden via beeldbellen ontstaan en die worden ook breed ingezet en gebruikt. Tegelijkertijd geven professionals en ervaringsdeskundigen aan dat het signaleren van (nieuwe) onveiligheid via digitale wegen zeer lastig is. Onveilige situaties kunnen hierdoor gemist worden, met mogelijke escalatie tot gevolg.
  5. Faciliteer lokale en regionale afstemming over richtlijnen, handvatten en werkwijzen. Stuur bijvoorbeeld actief op het behouden van de mogelijkheid om veilig fysieke afspraken en hulpverlening door gang te laten vinden.

Meer weten over dit onderzoek of wat wij voor jou kunnen betekenen? Lees het onderzoeksrapport.

Huiselijk geweld ten tijde van Corona

De coronacrisis en bijbehorende maatregelen hebben grote impact op de manier hoe we in Nederland werken, wonen en leven. Dit levert vragen en zorgen op over het effect van de coronacrisis op de prevalentie van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Ook de gemeente Arnhem kampt met deze vragen. Zij wilden graag zicht op de prevalentie van HGKM in 2020 en of de Arnhemse aanpak bijsturing behoeft. Wij deden onderzoek naar de HGKM-problematiek en aanpak in 2020 in Arnhem.

Met behulp van een analyse van risicofactoren, een literatuurstudie, interviews met landelijke en lokale professionals en reflectiesessie met ervaringsdeskundigen zicht hebben gekregen op de aanpak in coronatijd en de ervaringen, behoeftes, en best practices hebben meegenomen in een advies voor een meer coronaproof aanpak. Het rapport biedt ook voor andere gemeenten een checklist van aandachtspunten voor bijsturing van de lokale HGKM-aanpak in coronatijd, zowel voor de gemeente als voor de professionals.

 

Obstakels voor Caribische studenten in Nederland

Studenten vanuit het Caribisch deel van het Koninkrijk, die naar Nederland komen om te studeren, hebben met verschillende uitdagingen te maken. Voor veel studenten heeft dit een nadelig effect op hun studiesucces en leven in Nederland.

Onderzoek
Recent is dit probleem vanuit verschillende invalshoeken door onder andere de Nationale Ombudsman, de Vereniging Levende Talen -sectie Papiaments en door onderzoeksinstituut ResearchNed in opdracht van ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) onderzocht. Uit de onderzoeken blijkt dat het studierendement relatief laag is en het uitvallen, stoppen of switchen van opleiding hoog. Verder zijn er talige, sociale, academische en praktische uitdagingen die zorgen voor aansluitingsproblemen. Deze zijn bijvoorbeeld gebrek aan (studiekeuze)begeleiding, gebrek aan voldoende informatie over de studie en de Nederlandse samenleving, problemen met betrekking tot Burgerservicenummer (BSN), het niet hebben van een Nederlandse zorgverzekering, onbekendheid met het Nederlandse belastingen- en toeslagensysteem en de bijkomende gevolgen, het cultuurverschil en het ontbreken van een sociaal vangnet.

Naast de uitdagingen waarmee deze studenten te maken krijgen, wijst onderzoek ook op het belang van benutten van de kansen die er liggen met betrekking tot de kracht van deze studenten, onder andere op het gebied van sociale kwaliteiten, meertaligheid, aanpassingsvermogen en zelfstandigheid na migratie. Vanuit deze onderzoeken is er een reeks aan mogelijke oplossingen en aanbevelingen aangereikt. De Nationale Ombudsman heeft aangegeven dat er te weinig aandacht is voor de problemen van deze studenten en heeft alle overheden binnen het Koninkrijk opgeroepen om samen voor verbetering voor deze groep te zorgen. Verschillende partijen, waaronder ministeries en stakeholders aan beide kanten van de oceaan en een speciale regiegroep van Nederlandse hogescholen willen deze problemen het hoofd bieden. De regiegroep bijvoorbeeld werkt aan een plan voor integrale aanpak ter verbeteringen van de situatie van Caribische studenten.

Competente onderzoekers Regioplan
Vanuit Regioplan willen onderzoekers Sabrina Dinmohamed en Kristen Martina zich inzetten voor deze problematiek. Zij hebben (onderzoeks)ervaring met de Caribische gemeenschap. Hiernaast hebben ze affiniteit en gevoel van verbondenheid met de gemeenschap in het algemeen en de studenten in het bijzonder. Om deze redenen willen ze zich niet alleen inzetten door middel van onderzoek, advies, monitoring en ondersteuning van beleidsaanpak, maar vooral door actie. Hun kennis en ervaring met betrekking tot de historische, sociale en culturele context van de Caribische rijksdelen is van meerwaarde en wordt hierbij meegenomen. In september 2021 organiseren zij een kenniskamer over de aanpak van deze problematiek. Meer informatie hierover volgt nog.