Werkveld: Veiligheid en recht
Update criminaliteitsinformatie in Nationale Drug Monitor
De Nationale Drug Monitor op www.nationaledrugmonitor.nl geeft een actueel beeld van de ontwikkelingen op het gebied van alcohol- en druggerelateerde criminaliteit en overlast. Wij updaten de onderdelen over illegale handel, bezit en productie van drugs en over criminaliteit en overlast door alcohol- en drugsgebruikers.
Voor de Nationale Drug Monitor 2021 en 2022 updaten we de informatie over illegale handel, bezit en productie van drugs en over alcohol- en drugsgerelateerde criminaliteit en overlast. De updates over het jaar 2021 zijn nu gepubliceerd. De belangrijkste bevindingen vatten we hier samen.
Daling instroom opiumwetzaken in de strafrechtketen
In 2021 is, net als in 2020 de totale instroom van Opiumwetzaken bij het Openbaar Ministerie (OM) gedaald. Het aandeel Opiumwetzaken in de totale instroom van zaken bij het OM was echter ruwweg vergelijkbaar met voorgaande jaren. In 2021 daalde de instroom van softdrugszaken en steeg de instroom van harddrugszaken bij het OM. Softdrugszaken gingen vooral om cannabisteelt en in harddrugszaken ging het vooral om bezit ervan. Het totaal aantal afdoeningen van Opiumwetzaken door de rechter steeg in 2021 ten opzicht van 2020. Ongeveer één op de tien Opiumwetzaken eindigde in 2021 in vrijspraak. In 2020 was dat nog één op de twaalf
Minder geruimde hennepkwekerijen en ontmantelde methamfetaminelabs
In 2021 zijn minder hennepkwekerijen geruimd dan in het jaar ervoor. Mogelijk kan dit verklaard worden doordat opsporing van hennepgerelateerde criminaliteit minder prioriteit heeft gekregen en de capaciteit hiervoor onder druk stond. Daarnaast kan de afname mogelijk verklaard worden door innovaties in het productieproces. Ook het aantal ontmantelde methamfetaminelabs is in 2021 afgenomen in vergelijking tot 2020. Dit kan mogelijk verklaard worden door de prioriteit die de opsporing van methamfetaminelabs in 2020 kreeg. Mogelijk is daardoor de productie van methamfetamine ook in 2021 verstoord.
Toename van drugsonderzoeken voor rijden onder invloed
Sinds in 2017 de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers in werking is getreden, heeft de politie meer bevoegdheden bij verdenking van rijden onder invloed. Vanaf de inwerkingtreding van deze wet is het aantal drugsonderzoeken wegens rijden onder invloed bij het Nederlands Forendisch Instituut (NFI) flink toegenomen. Ook het aantal onderzoeken naar de rijkgeschiktheid van personen wegens mogelijk problematisch drugsgebruik bij het Centraal Bureau voor de uitgifte van Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) is tussen 2017-2021 sterk gestegen.
Het aantal geregistreerde verdachten van rijden onder invloed was in 2020 terug op het niveau van 2018, na een stijging in 2018 en 2019. Het aantal door de rechter afgedane zaken voor rijden onder invloed daalde in 2020 ten opzichte van 2019. Mogelijk hangt dit samen met de coronamaatregelen. Net als in voorgaande jaren werden in 2020 bijna alle verdachten van rijden onder invloed schuldig bevonden.
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
De notitie over de opbrengsten van de groepsgesprekken, waar in de update naar wordt verwezen, vindt u hieronder:
Actieonderzoek: gericht leren en ontwikkelen
Voor het landelijk programma Geweld hoort nergens Thuis doen we actieonderzoek naar de implementatie van regie op multidisciplinair samenwerken bij huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze podcast laat horen hoe onderzoek de ontwikkeling van een nieuwe aanpak in Rotterdam-Rijnmond ondersteunt.
De gemeente Goeree-Overflakkee is een van de gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond waar het actieonderzoek naar de effectiviteit van intensieve casusregie, een nieuwe aanpak waarbij een brede kijk op oorzaken en patronen van huiselijk geweld en kindermishandeling centraal staat, wordt uitgevoerd. Eén persoon organiseert hulp op alle relevante leefgebieden, zoals financiën, relaties en sociaal netwerk. In deze podcast, die gaat over hoe het landelijk programma Geweld hoort nergens Thuis de ontwikkeling van de aanpak met onderzoek ondersteunt, vertelt Andréa van Nimwegen over de ontwikkeling van wat zij ziet als een waardevolle aanpak om (gewelds)patronen in het leven van mensen te doorbreken en hoe het actieonderzoek die ontwikkeling ondersteunt.
Meer weten?
Kijk op de projectpagina voor meer informatie over het actieonderzoek. Neem voor meer informatie over de ontwikkelingen (van intensieve casusregie) in Rotterdam-Rijnmond contact op met Katrien.
Sociaal juridische hulpverlening: hoe verbeteren we de toegankelijkheid?
Om burgers met sociaal juridische hulpvragen beter te kunnen bereiken, wordt in drie gemeenten geëxperimenteerd met versteviging van samenwerking tussen dienstverleners aan de voorkant van het sociaal juridische domein (bv. sociaal werk, bibliotheken, sociaal raadslieden). Dit project ‘Sociaal juridische hulp om de hoek’ vindt plaats in het kader van de subsidieregeling Stelselherziening Rechtsbijstand, die beschikbaar is gesteld door de minister van Rechtsbescherming. De regeling is bedoeld voor het subsidiëren van activiteiten binnen projecten die op een innovatieve manier bijdragen aan de ontwikkeling van passende, duurzame en kwalitatief hoogwaardige oplossingen voor juridische problemen, waarbij de rechtzoekende en zijn hulpvraag centraal staan. In dit project werken Sociaal Werk Nederland en de Koninklijke Bibliotheek samen.
Wat is de aanleiding?
Binnen gemeenten zijn er aanzienlijke verschillen in de wijze waarop het aanbod van sociaal juridische dienstverlening georganiseerd is. Sociaal Werk Nederland (SWN) krijgt signalen dat aanbod van en/of samenwerking tussen dienstverleners aan de voorkant van het sociaal juridische domein onvoldoende georganiseerd is of zelfs helemaal ontbreekt. Hierdoor worden burgers niet/onvoldoende adequaat geholpen of vallen zelfs tussen wal en schip, met alle (financiële en psychosociale) gevolgen van dien.
Wat is het doel?
Het verbeteren van de lokale samenwerking tussen het voorveld en het sociaal juridische domein vraagt om uitproberen. Daarom heeft SWN samen met de Koninklijke Bibliotheek (KB) subsidie aangevraagd voor het inrichten van drie pilots. Deze pilots zijn gericht op het versterking van het aanbod van en de samenwerking tussen de dienstverleners aan de voorkant van het sociaal juridische domein. Parallel richten SWN en de KB een onderzoek in. Het doel van dit onderzoek is om het proces en het doelbereik van de pilots in kaart te brengen, om pilots van elkaar te laten leren, om knelpunten op systeemniveau aan te dragen en om bij te dragen aan opschaling van goede voorbeelden en succesfactoren.
Wat gaan we doen?
Gezien de aard en het doel van het onderzoek zijn er wat ons betreft drie uitgangspunten voor het formuleren van de aanpak. Ten eerste moet deze flexibel zijn. Ten tweede is het belangrijk dat de aanpak zo is ingericht dat we niet alleen beoordelen of het proces van de pilots goed verloopt en of de pilots hun doel bereiken, maar dat we ook kunnen bijdragen aan leren binnen, tussen en van de pilots. Ten derde is het belangrijk dat geleerde lessen kunnen worden gebruikt voor borging, doorontwikkeling en opschaling. Daarom richten we een lerende evaluatie in. Dit type onderzoek onderscheidt zich van klassiek onderzoek door onder meer het doel (verandering in plaats van verantwoording), de timing (tijdens in plaats van achteraf) en de rol van onderzoekers (betrokken in plaats van afstandelijk). Onze aanpak bestaat onder meer uit een probleemanalyse, een netwerkanalyse, praktijksessies, het samenstellen en monitoren van outcome-maps en het opstellen van eindproducten.
Wat levert dat op?
We leggen het geleerde vast in een onderzoeksrapport. Hierin is ook aandacht voor vervolgstappen voor borging, doorontwikkeling en opschaling. Naast een onderzoeksrapport reserveren we ruimte voor het opstellen van businesscases en exploitatiemodellen, het schrijven van tijdschriftartikelen en het organiseren van webinars.
Meer informatie
Houd de projectpagina in de gaten of neem contact op met Bob.
Evaluatie van pilots ‘Sociaal juridische hulp om de hoek’
Om burgers met sociaal juridische hulpvragen beter te kunnen bereiken, wordt in drie gemeenten geëxperimenteerd met versteviging van samenwerking tussen dienstverleners aan de voorkant van het sociaal juridische domein (bv. sociaal werk, bibliotheken, sociaal raadslieden). Dit project ‘Sociaal juridische hulp om de hoek’ vindt plaats in het kader van de subsidieregeling Stelselherziening Rechtsbijstand, die beschikbaar is gesteld door de minister van Rechtsbescherming. De regeling is bedoeld voor het subsidiëren van activiteiten binnen projecten die op een innovatieve manier bijdragen aan de ontwikkeling van passende, duurzame en kwalitatief hoogwaardige oplossingen voor juridische problemen, waarbij de rechtzoekende en zijn hulpvraag centraal staan. In dit project werken Sociaal Werk Nederland en de Koninklijke Bibliotheek samen.
Wat is de aanleiding?
Binnen gemeenten zijn er aanzienlijke verschillen in de wijze waarop het aanbod van sociaal juridische dienstverlening georganiseerd is. Sociaal Werk Nederland (SWN) krijgt signalen dat aanbod van en/of samenwerking tussen dienstverleners aan de voorkant van het sociaal juridische domein onvoldoende georganiseerd is of zelfs helemaal ontbreekt. Hierdoor worden burgers niet/onvoldoende adequaat geholpen of vallen zelfs tussen wal en schip, met alle (financiële en psychosociale) gevolgen van dien.
Wat is het doel?
Het verbeteren van de lokale samenwerking tussen het voorveld en het sociaal juridische domein vraagt om uitproberen. Daarom heeft SWN samen met de Koninklijke Bibliotheek (KB) subsidie aangevraagd voor het inrichten van drie pilots. Deze pilots zijn gericht op het versterking van het aanbod van en de samenwerking tussen de dienstverleners aan de voorkant van het sociaal juridische domein. Parallel richten SWN en de KB een onderzoek in. Het doel van dit onderzoek is om het proces en het doelbereik van de pilots in kaart te brengen, om pilots van elkaar te laten leren, om knelpunten op systeemniveau aan te dragen en om bij te dragen aan opschaling van goede voorbeelden en succesfactoren.
Wat gaan we doen?
Gezien de aard en het doel van het onderzoek zijn er wat ons betreft drie uitgangspunten voor het formuleren van de aanpak. Ten eerste moet deze flexibel zijn. Ten tweede is het belangrijk dat de aanpak zo is ingericht dat we niet alleen beoordelen of het proces van de pilots goed verloopt en of de pilots hun doel bereiken, maar dat we ook kunnen bijdragen aan leren binnen, tussen en van de pilots. Ten derde is het belangrijk dat geleerde lessen kunnen worden gebruikt voor borging, doorontwikkeling en opschaling. Daarom richten we een lerende evaluatie in. Dit type onderzoek onderscheidt zich van klassiek onderzoek door onder meer het doel (verandering in plaats van verantwoording), de timing (tijdens in plaats van achteraf) en de rol van onderzoekers (betrokken in plaats van afstandelijk). Onze aanpak bestaat onder meer uit een probleemanalyse, een netwerkanalyse, praktijksessies, het samenstellen en monitoren van outcome-maps en het opstellen van eindproducten.
Wat levert dat op?
We leggen het geleerde vast in een onderzoeksrapport. Hierin is ook aandacht voor vervolgstappen voor borging, doorontwikkeling en opschaling. Naast een onderzoeksrapport reserveren we ruimte voor het opstellen van businesscases en exploitatiemodellen, het schrijven van tijdschriftartikelen en het organiseren van webinars.
Nationale Drug Monitor
Jaarlijks verschijnt de Nationale Drug Monitor. Deze monitor geeft een actueel overzicht van de informatie over middelengebruik door gestructureerd gegevens uit bestaande registraties en onderzoeken te verzamelen.
Twee hoofdstukken in de Nationale Drug Monitor gaan over illegale handel, productie en bezit van drugs en over criminaliteit en overlast door alcohol- en druggebruikers. Voor de Nationale Drug Monitor 2020 hebben wij deze twee hoofdstukken opgesteld. Daarbij hebben we ook de invloed van de coronamaatregelen in 2020 op de registraties van drug- en acoholgerelateerde criminaliteit en overlast verkend. De volledige Nationale Drug Monitor met de door ons opgestelde hoofdstukken 14 en 15 vind je hier.
We hebben dit onderzoek, in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam, uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
Gender en huiselijk geweld: zo zit het!
8 maart, internationale vrouwendag. Meer dan we denken worden de relaties tussen mannen en vrouwen nog steeds bepaald door de verwachtingen die we als samenleving aan de twee seksen opleggen. Dat is ook het geval bij geweld tegen vrouwen: gender is één van de factoren die geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld veroorzaken en in stand houden. Om dit geweld effectief aan te pakken is dan ook aandacht voor gender nodig. Maar wat is dat dan precies? En hoe ziet de relatie tussen gender en geweld tegen vrouwen/huiselijk geweld eruit? In deze analyse leggen we dat uit. We stelden de analyse op in het kader van onze nadere concretisering van de aanbevelingen die aan Nederland zijn gedaan in het kader van de opvolging van het Verdrag van Istanbul. Het hele rapport is hier te vinden.
Kennisproducten over de aanpak van onveiligheid van vrouwen en meisjes in de openbare ruimte
Hoe zorgen gemeenten voor meer veiligheid voor vrouwen en meisjes in de openbare ruimten en bij het uitgaan? Wij ondersteunen de gemeenten in hun aanpak en ontwikkelden in dat kader twee kennisproducten.
Vrouwen en meisjes worden vaker dan mannen en jongens slachtoffer van seksuele intimidatie, grensoverschrijdend gedrag en geweld en voelen zich ook vaker onveilig. Verschillende gemeenten voeren beleid om het voor meisjes en vrouwen veiliger te maken in de openbare ruimte en bij het uitgaan. Met het beleidsprogramma Veilige Steden ondersteunen wij hen hierbij. In het kader hiervan hebben wij twee kennisproducten voor gemeenten ontwikkeld: een factsheet over feiten en cijfers en een handreiking met voorbeelden van wat werkt in de preventieve aanpak van onveiligheid. Deze kennisproducten kunnen als handvat voor gemeenten dienen in hun aanpak om de veiligheid van vrouwen en meisjes in de openbare ruimten en bij het uitgaan te vergroten!
Kijk voor meer informatie ook eens op de website van het programma Veilige Steden.
Gender doet ertoe! Gendersensitiviteit maakt de aanpak van huiselijk geweld effectiever
Gender – de maatschappelijke betekenis die we aan man- en vrouwzijn geven – is een factor in het ontstaan én voortduren van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Toch is aandacht voor gender in de aanpak van deze problematiek niet vanzelfsprekend. Dat kan ertoe leiden dat de aanpak van HGKM minder effectief is dan die zou kunnen zijn; een effectieve aanpak richt zich immers op het verminderen van de oorzaken voor het probleem en dus ook op genderaspecten. Maar hoe hou je in de aanpak dan goed rekening met gender? In opdracht van het landelijk programma Geweld hoort nergens Thuis ontwikkelden wij daar de volgende instrumenten voor:
- Een handreiking voor casuïstiekbespreking met uitgebreide casusbeschrijvingen;
- Aandachtspunten voor gendersensitiviteit bij de uitvoering van gemeentelijke taken;
- Een toelichting op gendersensitief systeemgericht werken;
- Een Masterclass Gendersensitief handelen in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
De tools zijn te vinden op de website van het landelijk programma.
Meer weten?
Wil je meer informatie over de instrumenten of wat wij voor jou kunnen betekenen? Neem contact op met Katrien.
Aandacht voor geweld tegen vrouwen met Orange the World
Vandaag is het de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen (25 november) en start de campagne Orange the World waarbij gedurende zestien dagen actie wordt gevoerd tegen gendergerelateerd geweld. De belangrijkste boodschap van deze campagne is dat geweld tegen vrouwen onacceptabel is en moet stoppen. Dit jaar ligt de focus van de campagne in Nederland op het belang van het melden van geweld: ‘Iedereen moet geweld kunnen melden, overal en altijd’.
De campagne wil onder meer geweld tegen vrouwen bespreekbaar maken en het taboe op het melden van geweld doorbreken. Verschillende gemeenten steunen de campagne door gebouwen of herkenningspunten in de openbare ruimte oranje te belichten. De kleur oranje staat symbool voor een zonnige toekomst, vrij van geweld tegen vrouwen en meisjes.
Regioplan draagt hieraan bij in het kader van het project Veilige Steden, waarbij gemeenten ondersteund worden in hun aanpak van geweld tegen vrouwen in de openbare ruimte. Op de website van Veilige Steden staat meer informatie over de aanpak van de gemeenten en de activiteiten in het kader van Orange the World.
Week tegen Kindermishandeling: leren van én met elkaar
Deze week is het de Week tegen Kindermishandeling. Verhalen van professionals, ouders en kinderen staan centraal om extra aandacht voor de complexe problematiek te vragen. Het delen van verhalen en ervaringen moet leiden tot het optimaal benutten van deze inzichten in de aanpak van de problematiek. Ook wij houden ons in onze onderzoeken bezig met de aanpak van kindermishandeling.
Geweld stopt niet
Circa 3 procent van alle kinderen groeit op in onveilige gezinssituaties. Verschillende onderzoeken laten zien dat het geweld na interventies door de veiligheids- en hulpverleningsketen vaak niet stopt. Zo bleek uit ons onderzoek naar de hulpverlening waar Veilig Thuis aan overdraagt (in verschillende regio’s) het geweld in 30 tot 60 procent van de casussen aantoonbaar niet te stoppen. Ook recent onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut laat zien dat in meer dan de helft van de gezinnen het geweld niet stopt na melding bij Veilig Thuis.
Oorzaken
Er kunnen een aantal oorzaken gedefinieerd worden voor het niet stoppen van het geweld. Zo laat reconstructie van hulpverleningstrajecten veel uitval van hulp zien in het vrijwillig kader. Ook zien we dat een discrepantie bestaat tussen de aard van de onderliggende problematiek (complex en langdurig) en de hulp die wordt ingezet (licht en kortdurend). Daarnaast is vaak onvoldoende sprake van een systeemgerichte aanpak en werken de zorg- en veiligheidsketen nog gescheiden van elkaar.
Het kan ook anders
Er is in Nederland veel kennis over wat nodig is voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Die kennis is bijvoorbeeld gebundeld in de visie op gefaseerde ketenzorg die is opgesteld door Van Arum en Vogtländer en wordt toegepast in de actuele ontwikkelingen rondom MDA++ en het Centrum HGKM. Als we naar die kennis en ervaringen kijken, dan kunnen we een aantal uitgangspunten formuleren om te komen tot een meer effectieve aanpak van HGKM:
- Beschouw de casus als één geheel: het is belangrijk dat alle losstaande hulpverleningstrajecten een geheel gaan vormen. Hiervoor is inzet van verschillende domeinen en hulpverleningskaders en stevige regie op het hulpverleningstraject noodzakelijk.
- Houd zicht op veiligheid en pak door op onveiligheid: zicht op veiligheid en doorpakken daarop is essentieel. Die taak moet dus goed belegd zijn en gefaciliteerd worden. Wanneer de veiligheid in het gedrang komt, is het zaak direct door te pakken en daarbij, indien passend, instrumenten uit het dwang- en drangkader aan te grijpen.
- Erken het belang van de relatie tussen hulpverlener en cliënt: effectieve hulp vereist een goede relatie en vertrouwensband tussen hulpverlener en cliënt. Daarvoor is het nodig dat een hulpverlener een blijvend gezicht vormt, bijvoorbeeld in de vorm van een centrale hulpverlener voor het gehele gezinssysteem, waarnaast andere hulpverleners wisselend betrokken zijn.
- Zorg voor passende hulp: de hulp die wordt ingezet moet passen bij de aard en zwaarte van de problematiek. Begin daarom met een goede, diepgaande analyse, waarbij gekeken wordt naar het systeem, de relatiedynamiek, patronen in het systeem en de individuen die deel uitmaken van dat systeem. Hier kan vervolgens het hulpverleningsplan op gebaseerd worden.
Werken aan verandering
In verschillende trajecten werken wij samen met het veld aan het verbeteren van de aanpak, in lijn met het bovenstaande. Daarin hebben we aandacht voor regie, voor systeemgericht en multidisciplinair werken en voor domeinoverstijgende samenwerking. Ook hebben we aandacht voor de balans tussen protocollen en kaders enerzijds en de professionele ruimte van de hulpverleners anderzijds. We maken gebruik van kennis en voorbeelden die er al liggen uit eerder uitgevoerd onderzoek en de ervaringspraktijk. Daarnaast volgen we door middel van actiegericht onderzoek verbeter- en verandertrajecten om daar overkoepelende lessen uit te trekken.
Meer weten over wat wij doen in het kader van de aanpak HGKM? Neem dan contact op met Eline of Katrien.