Gender doet ertoe! Gendersensitiviteit maakt de aanpak van huiselijk geweld effectiever

Gender – de maatschappelijke betekenis die we aan man- en vrouwzijn geven – is een factor in het ontstaan én voortduren van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Toch is aandacht voor gender in de aanpak van deze problematiek niet vanzelfsprekend. Dat kan ertoe leiden dat de aanpak van HGKM minder effectief is dan die zou kunnen zijn; een effectieve aanpak richt zich immers op het verminderen van de oorzaken voor het probleem en dus ook op genderaspecten. Maar hoe hou je in de aanpak dan goed rekening met gender? In opdracht van het landelijk programma Geweld hoort nergens Thuis ontwikkelden wij daar de volgende instrumenten voor:

De tools zijn te vinden op de website van het landelijk programma.

Meer weten?

Wil je meer informatie over de instrumenten of wat wij voor jou kunnen betekenen? Neem contact op met Katrien.

Aandacht voor geweld tegen vrouwen met Orange the World

Vandaag is het de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen (25 november) en start de campagne Orange the World waarbij gedurende zestien dagen actie wordt gevoerd tegen gendergerelateerd geweld. De belangrijkste boodschap van deze campagne is dat geweld tegen vrouwen onacceptabel is en moet stoppen. Dit jaar ligt de focus van de campagne in Nederland op het belang van het melden van geweld: ‘Iedereen moet geweld kunnen melden, overal en altijd’.

De campagne wil onder meer geweld tegen vrouwen bespreekbaar maken en het taboe op het melden van geweld doorbreken. Verschillende gemeenten steunen de campagne door gebouwen of herkenningspunten in de openbare ruimte oranje te belichten. De kleur oranje staat symbool voor een zonnige toekomst, vrij van geweld tegen vrouwen en meisjes.

Regioplan draagt hieraan bij in het kader van het project Veilige Steden, waarbij gemeenten ondersteund worden in hun aanpak van geweld tegen vrouwen in de openbare ruimte. Op de website van Veilige Steden staat meer informatie over de aanpak van de gemeenten en de activiteiten in het kader van Orange the World.

 

Week tegen Kindermishandeling: leren van én met elkaar

Deze week is het de Week tegen Kindermishandeling. Verhalen van professionals, ouders en kinderen staan centraal om extra aandacht voor de complexe problematiek te vragen. Het delen van verhalen en ervaringen moet leiden tot het optimaal benutten van deze inzichten in de aanpak van de problematiek. Ook wij houden ons in onze onderzoeken bezig met de aanpak van kindermishandeling.

Geweld stopt niet

Circa 3 procent van alle kinderen groeit op in onveilige gezinssituaties. Verschillende onderzoeken laten zien dat het geweld na interventies door de veiligheids- en hulpverleningsketen vaak niet stopt. Zo bleek uit ons onderzoek naar de hulpverlening waar Veilig Thuis aan overdraagt (in verschillende regio’s) het geweld in 30 tot 60 procent van de casussen aantoonbaar niet te stoppen. Ook recent onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut laat zien dat in meer dan de helft van de gezinnen het geweld niet stopt na melding bij Veilig Thuis.

Oorzaken

Er kunnen een aantal oorzaken gedefinieerd worden voor het niet stoppen van het geweld. Zo laat reconstructie van hulpverleningstrajecten veel uitval van hulp zien in het vrijwillig kader. Ook zien we dat een discrepantie bestaat tussen de aard van de onderliggende problematiek (complex en langdurig) en de hulp die wordt ingezet (licht en kortdurend). Daarnaast is vaak onvoldoende sprake van een systeemgerichte aanpak en werken de zorg- en veiligheidsketen nog gescheiden van elkaar.

Het kan ook anders

Er is in Nederland veel kennis over wat nodig is voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Die kennis is bijvoorbeeld gebundeld in de visie op gefaseerde ketenzorg die is opgesteld door Van Arum en Vogtländer en wordt toegepast in de actuele ontwikkelingen rondom MDA++ en het Centrum HGKM. Als we naar die kennis en ervaringen kijken, dan kunnen we een aantal uitgangspunten formuleren om te komen tot een meer effectieve aanpak van HGKM:

  1. Beschouw de casus als één geheel: het is belangrijk dat alle losstaande hulpverleningstrajecten een geheel gaan vormen. Hiervoor is inzet van verschillende domeinen en hulpverleningskaders en stevige regie op het hulpverleningstraject noodzakelijk.
  2. Houd zicht op veiligheid en pak door op onveiligheid: zicht op veiligheid en doorpakken daarop is essentieel. Die taak moet dus goed belegd zijn en gefaciliteerd worden. Wanneer de veiligheid in het gedrang komt, is het zaak direct door te pakken en daarbij, indien passend, instrumenten uit het dwang- en drangkader aan te grijpen.
  3. Erken het belang van de relatie tussen hulpverlener en cliënt: effectieve hulp vereist een goede relatie en vertrouwensband tussen hulpverlener en cliënt. Daarvoor is het nodig dat een hulpverlener een blijvend gezicht vormt, bijvoorbeeld in de vorm van een centrale hulpverlener voor het gehele gezinssysteem, waarnaast andere hulpverleners wisselend betrokken zijn.
  4. Zorg voor passende hulp: de hulp die wordt ingezet moet passen bij de aard en zwaarte van de problematiek. Begin daarom met een goede, diepgaande analyse, waarbij gekeken wordt naar het systeem, de relatiedynamiek, patronen in het systeem en de individuen die deel uitmaken van dat systeem. Hier kan vervolgens het hulpverleningsplan op gebaseerd worden.

Werken aan verandering

In verschillende trajecten werken wij samen met het veld aan het verbeteren van de aanpak, in lijn met het bovenstaande. Daarin hebben we aandacht voor regie, voor systeemgericht en multidisciplinair werken en voor domeinoverstijgende samenwerking. Ook hebben we aandacht voor de balans tussen protocollen en kaders enerzijds en de professionele ruimte van de hulpverleners anderzijds. We maken gebruik van kennis en voorbeelden die er al liggen uit eerder uitgevoerd onderzoek en de ervaringspraktijk. Daarnaast volgen we door middel van actiegericht onderzoek verbeter- en verandertrajecten om daar overkoepelende lessen uit te trekken.

Meer weten over wat wij doen in het kader van de aanpak HGKM? Neem dan contact op met Eline of Katrien.

Verdiepend onderzoek casuïstiek Hoorn

De gemeente Hoorn heeft geconstateerd dat er in de eigen gemeente relatief veel multiprobleemgezinnen zijn waarbij langdurige en gestapelde zorg wordt ingezet. Ondanks de betrokken inzet van hulpverleners en cliënten zelf, heeft de hulpverlening regelmatig niet het gewenste effect en blijven forse hulpvragen bestaan. Daarom voeren we in opdracht van de gemeente Hoorn het Verdiepend onderzoek casuïstiek Hoorn uit. Het doel is inzicht te geven in waar en hoe er winst te behalen is bij het effectief beantwoorden van complexe hulpvragen. We gaan hiervoor in gesprek met professionals en direct betrokkenen om te onderzoeken waar de verbetermogelijkheden liggen.

Aanpak HGKM in het lokaal veld: randvoorwaarden voor regie, samenwerking en afstemming op operationeel niveau

Dit onderzoek beoogt bij te dragen aan de verbetering van de effectiviteit van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM) in het lokaal veld. Binnen de aanpak van HGKM wordt gestreefd naar systeemgericht, multidisciplinair samenwerken en samenwerken vanuit een gedeelde focus op veiligheid. Het tot stand brengen van goede regie, samenwerking en afstemming blijkt in de praktijk echter een zware opgave. Dit project werkt in de uitvoeringspraktijk aan het identificeren en tegelijkertijd wegnemen van de barrières die bestaan op operationeel, organisatie- en netwerkniveau. In het onderzoek staan de ontwikkelingen in twee regio’s centraal; Rotterdam-Rijnmond en Gooi en Vechtstreek. Het onderzoek is een lerende evaluatie. Dat betekent dat we niet alleen kennis ophalen, maar ook beogen bij te dragen aan het leerproces binnen de bij het onderzoek betrokken regio’s en leren tussen regio’s faciliteren. Dat gebeurt door middel van de methode Reflexieve Monitoring in Actie, een gevalideerde methode voor de monitoring en ondersteuning van projecten die gericht zijn op systeeminnovatie. Het onderzoek levert kennis op die breder toepasbaar is binnen de aanpak van HGKM maar ook breder: binnen het hele sociaal domein.

Het onderzoek voeren we uit met subsidie van ZonMw. We werken samen met het Athena Instituut van de Vrije Universiteit en Hiemstra en De Vries.

Meer weten?

Neem voor meer informatie over dit project contact op met Yannick.

Samen verder werken aan een betere aanpak van huiselijk geweld

Gisteren presenteerde het Verwey-Jonker Instituut de uitkomsten van meerjarig onderzoek naar de aanpak van huiselijk geweld. Wat blijkt: in meer dan de helft van de gezinnen stopt het geweld niet na melding bij Veilig Thuis, het geweld is en blijft ernstig en heeft grote schadelijke gevolgen voor de betrokkenen. Ook wij zien in onze projecten al jaren dat de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM) onvoldoende effect sorteert.

Complexe casuïstiek

De problematiek is hardnekkig. Zelfs na een indringende interventie als het huisverbod, die gepaard gaat met een snelle inzet van hulp, stopt het geweld in meer dan de helft van de casussen niet. Dat heeft te maken met de complexiteit van dit soort casuïstiek. Als HGKM gemeld wordt, is er vaak sprake van een langdurige geschiedenis van geweld, van ernstig geweld en van een complex samenspel van problematiek: uiteraard problemen in de relatiedynamiek, maar ook praktische en financiële problemen, persoonlijkheidsproblematiek, opvoedingsproblemen, hechtingsproblematiek en trauma.

In onze onderzoeken naar hulp na melding bij Veilig Thuis en hulp in complexe casuïstiek en in onze betrokkenheid bij de regionale invulling van het landelijk programma Geweld hoort nergens Thuis zien we onder andere het volgende:

  • Het lokaal veld heeft een belangrijke rol als toegang, maar is lang niet altijd toegerust op de ernst en complexiteit van dit soort problematiek.
  • Hulp wordt gefragmenteerd aangeboden terwijl hulp systeemgericht moet zijn; er is geen regie, en door de fragmentatie is er ook onvoldoende zicht op veiligheid;
  • Specialistische hulp is lang niet altijd op het juiste moment en in de juiste vorm beschikbaar;
  • Er is nog steeds sprake van een scheiding tussen het zorgdomein en het veiligheidsdomein en tussen vrijwillig en gedwongen kader, terwijl ze in een casus samenkomen.

Kennis en actie verbinden

Wij werken samen met partijen in de uitvoering aan verbetering van de aanpak die is gericht op betere regie, meer systeemgerichtheid, snellere toegang tot betere hulp. Dat doen we bijvoorbeeld in Rotterdam-Rijnmond, waar we intensieve regie op dit soort casuïstiek in het lokaal veld ontwikkelen met behulp van Multifocus. We doen dat ook door in onze onderzoeken zichtbaar te maken waar het precies misgaat in dit soort casuïstiek en daar samen met betrokken partijen verbetertrajecten op te ontwikkelen. En we doen dat door gemeenten te helpen hun eigen lokale aanpak verder te verbeteren. Onze aanpak verbindt kennis met actie: we weten al veel over wat nodig is en wat werkt, maar het is niet altijd eenvoudig dat in de praktijk te brengen. Door steeds opnieuw terug te gaan naar wat op casusniveau nodig is verbinden we betrokken partijen in een actiegericht, lerend traject waarin we uitvoering, organisatie en bestuur verenigen. Elke lokale aanpak heeft zijn eigen specifieke sterke en zwakke punten, maar ook specifieke kansen en bedreigingen. De oplossing is maatwerk!

Meer weten over de projecten die wij doen of wat wij voor u kunnen betekenen? Neem contact op met Katrien.

Uitwerking aanbevelingen GREVIO – Nederland en het Verdrag van Istanbul: wat betekent dat concreet?

In januari 2020 bracht een commissie van experts (GREVIO) een advies uit over de naleving door Nederland van het Verdrag van Istanbul. Dat verdrag is gericht op het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Een belangrijk deel van de aanbevelingen die GREVIO doet, heeft betrekking op de mate waarin de Nederlandse aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld rekening houdt met gender als onderliggende oorzaak voor deze vormen van geweld. GREVIO wijst in dit kader op een aantal belangrijke verbeterpunten. De Nederlandse overheid gaat met die verbeterpunten aan de slag. Dat vereist een vertaling van de aanbevelingen van GREVIO naar de beleids- en uitvoeringspraktijk in Nederland. Daarbij moet ook ruimte zijn voor aspecten van de Nederlandse aanpak waar we in Nederland veel waarde aan hechten.
Wij ondersteunden de betrokken ministeries bij het maken van deze vertaalslag. Dat traject resulteerde in een advies over wat ‘GREVIO’ concreet betekent voor de Nederlandse aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.

Veilige Steden: nieuw ondersteuningsprogramma voor gemeenten van start

Meisjes en vrouwen krijgen disproportioneel vaak te maken met onveiligheid in de openbare ruimte en bij het uitgaan. Door het hele land zijn er gemeenten die zich daarom via het programma Veilige Steden extra inzetten voor veiligheid van vrouwen en meisjes.

In opdracht van het ministerie van OCW bieden wij deze gemeenten tot en met 2022 ondersteuning met kennis, advies en het faciliteren van uitwisseling.

We bieden een doorlopend ondersteuningsprogramma met onder andere meerdere uitwisselingsbijeenkomsten per jaar, kennisproducten zoals factsheets en handreikingen, een informatieve website en individuele adviesgesprekken per gemeente. Belangrijke thema’s in het ondersteuningsprogramma zijn gendersensivititeit, facetbeleid, lokale samenwerking en sturen op resultaat. Op 22 september vindt een landelijke startconferentie plaats als aftrap van het ondersteuningsprogramma.

Meer informatie?

Bekijk de website die we voor dit programma hebben opgezet of de projectpagina of neem contact op via VeiligeSteden@Regioplan.nl.

 

Advisering en begeleiding Veilige Steden

Naroepen, achtervolgen, betasten – meisjes en vrouwen krijgen disproportioneel vaak te maken met onveiligheid in de openbare ruimte en bij het uitgaan. Door het hele land zijn er daarom gemeenten die zich binnen het programma Veilige Steden extra inzetten voor de veiligheid van vrouwen en meisjes. De nadruk ligt daarbij op veiligheid in de openbare ruimte en met het uitgaan.

Als organisator van het programma Veilige Steden heeft het ministerie van OCW aan ons gevraagd om de deelnemende gemeenten tot en met 2022 te ondersteunen met kennis, advies en het faciliteren van uitwisseling. We bieden een doorlopend ondersteuningsprogramma met onder andere meerdere uitwisselingsbijeenkomsten per jaar, kennisproducten, zoals factsheets en handreikingen, een informatieve website, start- en slotconferenties en individuele adviesgesprekken per gemeente. Belangrijke thema’s in het ondersteuningsprogramma zijn gendersensivititeit, facetbeleid, lokale samenwerking en sturen op resultaat.

Meer informatie? Neem contact op met Heleen.

Evaluatie Visie ‘Recht doen, kansen bieden’ en Wet straffen en beschermen

Met de visie ‘Recht doen, kansen bieden’ en bijbehorende Wet straffen en beschermen wordt gestreefd naar een effectievere uitvoering van gevangenisstraffen. In opdracht van het WODC zetten wij een monitor op voor toekomstig evaluatie-onderzoek en voeren wij de nulmeting uit.

Op 17 juni 2018 is het visiedocument ‘Recht doen, kansen bieden: naar effectievere gevangenisstraffen’ naar de Tweede Kamer gestuurd. De visie gaat over de wijze waarop een gevangenisstraf wordt uitgevoerd vanuit het perspectief van de geloofwaardigheid van straffen en de bescherming van de maatschappij. Centrale thema’s in de visie zijn de aanpassing van de voorwaardelijke invrijheidsstelling bij langere gevangenisstraffen, een systeem van straffen en belonen in detentie en een versterkte inzet op vermindering van recidive. In de Wet straffen en beschermen zijn verschillende onderdelen uit de visie in wetgeving omgezet. Deze wet treedt naar verwachting op 1 mei 2021 inwerking.

De Tweede Kamer ziet graag dat de visie en de wet na 5 en 10 jaar geëvalueerd worden. Vooruitlopend op deze evaluaties dient een monitor (onderzoeksprogramma) opgezet te worden. Daarnaast zal een nulmeting plaats moeten vinden om de nulsituatie, voorafgaand aan implementatie van de visie en wet, goed in beeld te brengen. Wij voeren dit onderzoek uit in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, in samenwerking met Pauline Schuyt van de Universiteit Leiden. We verwachten de resultaten begin 2021.

Meer informatie?

Neem contact op met Ger.