Werkveld: Veiligheid en recht
Landelijke evaluatie Regeling Uitstapprogramma’s Prostituees II
De Rijksoverheid heeft zich met RUPS II tot doel gesteld om een landelijk dekkend aanbod te realiseren voor sekswerkers die uit de prostitutie willen stappen. De vraag is hoe het aanbod van zogeheten uitstapprogramma’s er nu uitziet. We onderzochten in hoeverre er sprake is van een landelijke dekking van ondersteuningsaansbod, hoe toekomstige structurele gelden verdeeld en beheerd kunnen worden en wat bekend is over de resultaten voor uitstapprogramma’s.
Landelijk dekkend netwerk
Vanaf 2014 is in grote delen van het land uitstapaanbod beschikbaar gekomen, er is echter nog geen sprake van een volledig landelijk dekkend netwerk. Om daar te komen is, 1) een fijnmaziger netwerk nodig zodat binnen een regio alle gemeenten worden bediend, en 2) een beter doelgroepbereik nodig. Nu zien we dat nog niet alle doelgroepen voldoende worden bediend, zoals mannelijke sekswerkers, illegale sekswerkers, thuiswerkers, transgender sekswerkers en slachtoffers van seksuele uitbuiting.
Toekomstige financiële systematiek
Een vervolg van RUPS zou een stimulans kunnen betekenen voor het nastreven van volledige landelijke dekking. Het continueren en doorontwikkelen van de subsidieregeling lijkt op het moment van de evaluatie de meest wenselijke financiële systematiek voor de verdeling van middelen. De subsidieregeling heeft aantoonbaar een aanjagende functie voor de realisatie van een volledig landelijk dekkend netwerk van uitstapprogramma’s én biedt de mogelijkheid om ervaren administratieve lasten te verminderen.
Resultaten RUPS-programma’s
Op basis van de voortgangsdocumentatie van RUPS-aanbieders ontstaat een indicatie van de totale jaarlijkse instroom (circa 650 sekswerkers) en uitstap (circa 300 sekswerkers). Kanttekening bij dit onderdeel is dat de beschikbare informatie weinig uniform bleek, onder meer als gevolg van gebrekkige richtlijnen voor verantwoording. Op basis van interviews met RUPS-aanbieders maken we op dat het succes van uitstapprogramma’s mogelijk samenhangt met een stevige samenwerking met gemeenten en ketenpartners, een hoge mate van inbedding in de lokale structuren van zorg en ondersteuning en aanhoudende betrokkenheid bij cliënten in alle fasen van de ondersteuning inclusief perioden van uitval en motivatieverlies.
Meer informatie?
Wij voerden de evaluatie uit in opdracht van het WODC van het ministerie van Justitie en Veiligheid, en in samenwerking met Cebeon, die advies uitbracht over de toekomstige inrichting van de financiële systematiek.
Evaluatie Uitkeringsregeling Backpay
In de naoorlogse periode hebben de autoriteiten in Nederlands-Indië en Nederland zich op het standpunt gesteld dat zij geen volledige salarissen hoefden uit te keren om te voorzien in de inkomensderving van voormalig gouvernementsambtenaren en militairen behorend tot het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) tijdens de Japanse bezetting. In december 2015 is de Uitkeringsregeling Backpay door het kabinet ingesteld om, door middel van een eenmalige uitkering, tot morele genoegdoening te komen voor voormalige ambtenaren en militairen die gedurende de oorlogsjaren in Nederlands-Indië geen of geen volledig salaris hebben ontvangen. De Uitkeringsregeling is uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en eindigde (na een verlengingsperiode van een jaar) van rechtswege op 31 december 2017. De staatssecretaris van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft aan Regioplan de opdracht gegeven de uitvoering van deze regeling te evalueren.
Klantwaarderingsonderzoek Raad van State 2017
Met de klantwaardering voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt het goed gesteld te zijn. Zowel professionals als justitiabelen tonen zich over het algemeen tevreden over de kwaliteit van de dienstverlening. Maar verbeterpunten zijn er zeker ook. Beide groepen respondenten zijn niet erg tevreden over belangrijke thema’s als doorlooptijden en ‘de mate waarin men heeft gekregen waarop men recht meent te hebben’. Daar liggen dus uitdagingen voor de komende periode.
Geweld tegen meisjes en vrouwen met een beperking
Hoe worden de mensenrechtelijke verplichtingen jegens meisjes en vrouwen met een beperking wat betreft bescherming tegen geweld ingevuld in beleid en praktijk?
In dit onderzoek, dat in opdracht van het College voor de Rechten van de Mens is uitgevoerd, is de stand van zaken in Nederland rond het VN-verdrag en de verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van Istanbul, geïnventariseerd. Het onderzoek bestond uit een beleidsanalyse van wet- en regelgeving, een deskresearch naar relevante praktijkinterventies, een klankbordbijeenkomst en interviews met experts en betrokkenen uit beleid en praktijk. Het laat zien dat de bescherming van deze doelgroep tegen geweld zowel in beleid als in de praktijk meer aandacht behoeft.
Meer informatie?
Neem contact op met Katrien.
Evaluatie ontwikkeling Familiecontact
Het Familiecontact heeft tot doel familieleden (vaders, moeders, broers, zussen) te ondersteunen in het leren omgaan met het gegeven dat een familielid is geradicaliseerd. Het project wordt uitgevoerd door het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE). Het Familiecontact is een vorm van lotgenotenondersteuning en bestaat uit een aantal bijeenkomsten die om de paar weken worden georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten worden de deelnemers geïnformeerd over relevante thema’s inzake radicalisering. Daarnaast is er ruimte voor de deelnemers om hun ervaringen met elkaar te delen onder begeleiding van een psycholoog en een groepsbegeleider.
De methodiek van het Familiecontact was gedurende het traject volop in ontwikkeling en heeft zich tijdens de duur van het project moeten uitkristalliseren. Om de methodiek te optimaliseren is er synchroon aan de ontwikkeling van de methodiek in opdracht van het ministerie van SZW en VWS een onderzoek uitgevoerd door ons. Het onderzoek had tot doel aan de hand van de ervaringen van de deelnemers en begeleiders van het Familiecontact, de methodiek te beoordelen op de zogenoemde werkende mechanismen. Tevens had het onderzoek tot doel om (vanuit het oordeel over de effectiviteit) te bekijken op welke manier het Familiecontact in een eventueel vervolg vormgegeven zou kunnen worden.
Uit onze evaluatie is gebleken dat het project Familiecontact er goed in is geslaagd de familieleden te ondersteunen en hen meer weerbaar te maken tegen extremisme en radicalisering. Het project verdient navolging, want er is nog veel behoefte aan een dergelijke vorm van ondersteuning. De beste manier om het project te continueren is een landelijk geverifieerd inhoudelijk aanbod op een laagdrempelige wijze (boven)lokaal dan wel regionaal aan te bieden.
Meer informatie?
Wilt u meer informatie over de resultaten van onze evaluatie of wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan contact op met Frank.
Monitoren continuïteit zorg na afloop ISD en TBS-maatregel
Gedetineerden in een isd-inrichting en tbs-kliniek hebben vaak langdurige zorg nodig om weer op een verantwoorde en veilige manier in de maatschappij te kunnen functioneren. De duur van het strafrechtelijke traject is echter niet altijd lang genoeg om de geïndiceerde behandeling af te ronden.
Met het oog op continuïteit van zorg na afloop van de isd-maatregel en de gemaximeerde tbs-maatregel is een naadloze aansluiting tussen het strafkader en het civiele/vrijwillige zorgkader essentieel. In opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie monitort Regioplan gedurende een jaar de continuïteit van zorg na afloop van een isd- en tbs-maatregel.
#MeToo laat maatschappelijke machtsverschillen zien tussen man en vrouw
#MeToo kaart de rol van gender en machtsmisbruik bij seksueel geweld aan. Dezelfde mechanismen liggen ook onder huiselijk geweld, schrijft onze collega Katrien de Vaan in haar recente bijdrage aan Sociale Vraagstukken. Ze betoogt dat het nodig is om die onderliggende mechanismen te adresseren, willen we dit geweld succesvol kunnen bestrijden.
Het artikel vindt u hier.
Verbetertraject ketenaanpak huiselijk geweld in Tilburg
De recidive na huiselijk geweld is in Tilburg hoog, bleek uit ons eerdere onderzoek voor de gemeente. Een belangrijke oorzaak daarvoor ligt in de wijze waarop in de keten meldingen worden afgehandeld en opgevolgd. In dit verbetertraject is de oplossing daarvoor gezocht in de inzet van stevige casuscoördinatie. Die zou moeten leiden tot sneller handelen, betere motivatie van betrokkenen, minder uitval uit trajecten en meer systeemgerichtheid. Het uiteindelijke doel daarbij is natuurlijk het (vaker) voorkomen van herhaling van geweld. Het traject is uitgevoerd met professionals van Veilig Thuis, de lokale Toegang en Sterk Huis. Het legt een mooie basis voor het stevig doorontwikkelen van systeemgericht werken en MDA++ in deze regio.
Meer informatie?
Neem contact op met Katrien.
Het rapport is (nog) niet openbaar.
Beleidsdoorlichting emancipatiebeleid
Het doel van het Nederlandse emancipatiebeleid is het realiseren van gendergelijkheid en gelijkheid wat betreft seksuele oriëntatie, genderidentiteit en geslachtskenmerken in de Nederlandse samenleving. Activiteiten voor deze doelen behelzen agendering en bewustwording van belemmeringen voor gendergelijkheid, het aanjagen van lokaal gendersensitief beleid en het borgen van de juridische gelijke behandeling van lhbti-personen.
Wij brachten in kaart hoe dit beleid uitpakt in de praktijk voor vrouwen en lhbti-personen op een viertal leefdomeinen: arbeid, veiligheid, gezondheid en onderwijs. Met name op het thema gender en gezondheid en het thema veiligheid en sociale acceptatie van lhbti-personen heeft de insteek vruchten afgeworpen. Er is in de afgelopen jaren meer aandacht gekomen voor de genderdimensie bij gezondheidsvraagstukken en gemeenten zijn steeds actiever geworden in het vormgeven van lokaal beleid voor sociale veiligheid van lhbti-personen. Op de terreinen sociale veiligheid voor vrouwen, arbeid en onderwijs blijven de resultaten van de gekozen beleidsinzet nog achter.
Meer informatie?
Wij voerden dit onderzoek uit voor de Directie Emancipatiebeleid van het ministerie van OCW.
Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Jeanine.
Stoppen met sekswerk: belemmerende factoren voor een duurzame uitstap
In 2008 stelde het ministerie van Justitie de Regeling Uitstapprogramma’s Prostituees (RUPS) op. Deze regeling spoorde gemeenten en maatschappelijke instellingen aan om ondersteuningsprogramma’s te ontwikkelen voor sekswerkers die willen uitstappen. Deze regeling stopte in 2011. De gemeente Amsterdam financierde voortzetting van de uitstapprogramma’s alvorens het ministerie in 2014 RUPS II in het leven riep. Teneinde de ondersteuningsprogramma’s in Amsterdam te verbeteren zijn in opdracht van de gemeente Amsterdam en HVO-Querido belemmeringen die sekswerkers kunnen tegen komen in kaart gebracht. Hiervoor spraken we onder meer met ongeveer twintig (ex)sekswerkers.
Meer informatie?
Neem contact op met Yannick.