Gender doet ertoe! Maar hoe doe ik aan gender?

Gender is één van de oorzaken van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Wil je effectief handelen in je aanpak van HGKM, dan richt je je dus ook op de relevante genderaspecten. In de praktijk is dit niet voor elke professional even gemakkelijk. In dit artikel beschrijft Hanna Harthoorn enkele concrete acties om gendersensitiviteit in de praktijk te bevorderen.

Gender is de maatschappelijke betekenis die we aan man- en vrouwzijn geven. Het is één van de oorzaken voor het ontstaan én voortduren van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Wil je effectief handelen in je aanpak van HGKM, dan richt je je dus ook op gender. Dit betekent nadrukkelijk niet: een aanpak die is gericht op het ondersteunen van vrouwelijke slachtoffers en het veroordelen van mannelijke plegers en die voorbijgaat aan het systemische karakter van HGKM. Het betekent wel: inzetten op het herkennen, erkennen, aanpakken en wegnemen van oorzaken van HGKM die samenhangen met gender. Dit doe je door expliciet te kijken naar patronen van macht, controle en afhankelijkheden en door aandacht te besteden aan de relatie daarvan met conflict en geweld in HGKM. Een aanpak die rekening houdt met gender noemen we gendersensitief.

Wat levert het op?

Een gendersensitieve aanpak draagt bij aan veiligheid. Het helpt professionals te zien of patronen van macht, controle en afhankelijkheden onveilige situaties veroorzaken. Daarnaast helpt gendersensitiviteit om onderliggende problemen op tafel te krijgen voor het creëren van stabiele veiligheid. Dus: tijdens het handelen om de onveiligheid te stoppen zal gendersensitief kijken je ondersteunen om de dynamiek en de ernst van het geweld steeds duidelijker te zien. Een gebrek aan gendersensitiviteit leidt ertoe dat we signalen van soms zeer ernstige dreiging niet op waarde schatten met soms de dood tot gevolg.

 
Samengevat: gendersensitief handelen in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

Gender: de sociaal-culturele rollen die aan de twee (dominante) seksen man/vrouw gekoppeld zijn.
Sekse: het biologische verschil tussen mannen en vrouwen.

Gendersensitiviteit is:

  • Aandacht besteden aan opvattingen, rolpatronen, verwachtingen en ongelijkheden in macht, controle en afhankelijkheid die samenhangen met gender.
  • Aandacht besteden aan de relatie daarvan met conflict en geweld in afhankelijkheidsrelaties.
  • Kijken naar het effect op individuen en de manier waarop ze naar zichzelf kijken, en naar de druk die de maatschappij (denk ook aan de invloed van sociale media) en sociale netwerken (kunnen) leggen op partners en hun onderlinge relaties.

Meer lezen over de relatie tussen gender en HGKM? Lees onze analyse.

Maar hoe dan?

De kern voor gendersensitief werken ligt in:

  1. het kunnen herkennen van de rol die gender in een casus speelt,
  2. de realisatie dat aandacht voor gender heel goed samengaat met aandacht voor het hele systeem van directbetrokkenen,
  3. bewustwording dat eigen opvattingen van professionals gendersensitiviteit in de weg kunnen staan.

In de praktijk blijkt gendersensitief handelen niet voor elke professional even gemakkelijk. Vaak wordt de rol van gender in een casus niet herkend, soms lijkt het of een werkwijze of protocol geen ruimte laat voor gendersensitiviteit en worden we begrensd door onze eigen genderopvattingen (vooroordelen en verwachtingen). In alle gevallen geldt echter: als je het niet weet, zie je het ook niet. Professionals die werken binnen de aanpak van HGKM moeten daarom beschikken over kennis over de relatie tussen gender en HGKM om gendersensitief te kunnen werken; en dus: om de uit gender voortvloeiende onveilige situaties en risicofactoren te herkennen, op waarde te schatten en weg te nemen.

Enkele concrete suggesties om te doen:

  • Sta zelf (en met collega’s) stil bij de begrippen gender, sekse en gendersensitiviteit. Wat betekenen deze begrippen concreet en wat is de relatie met HGKM? Verdiep je in de samenhang tussen gender en geweld. En lees bijvoorbeeld deze analyse.
  • Agendeer gendersensitiviteit in je organisatie. Zet het thema niet alleen op de agenda van een teambespreking, maar denk ook aan een overleg met ketenpartners. Bespreek bijvoorbeeld welke informatie je nodig hebt om zicht te krijgen op de veiligheidssituatie vanuit het uitgangspunt gender. En welke informatie moet jij doorgeven aan ketenpartners zodat zij ook voldoende zicht hebben op hoe de problematiek samenhangt met gender en geweld?
  • Onderzoek met elkaar hoe je meer oog kunt hebben voor gender en je eigen gendervooroordelen en -verwachtingen in casuïstiek. Maak hiervoor bijvoorbeeld gebruik van voorbeeldcasussen in de Handreiking casuïstiekbespreking, maar probeer het ook toe te passen op eigen casuïstiek.
  • Bevraag je eigen genderopvattingen; hierin is er geen goed of fout, maar ga na wat je eigen perspectief op gender is en bedenk hoe dat je handelen als hulpverlener beïnvloedt. Kijk met deze bril eens naar je eigen opvattingen over het gedrag van mannen en vrouwen. Je eigen vooroordelen kunnen maken dat je vastloopt in een casus.
  • Veranker gendersensitiviteit in de aanpak. Bespreek met elkaar waar huidige instrumenten, werkwijzen of protocollen onvoldoende gendersensitief van aard zijn. Zoek hierin passende momenten om gendersensitiviteit expliciet te maken. Denk bijvoorbeeld aan de systeemgerichte aanpak: een gendersensitieve aanpak gaat uitstekend samen met een systeemgerichte aanpak, omdat gender één van de factoren is die de relatiedynamiek in het (gezins-)systeem beïnvloeden. Lees hier waarom gendersensitief werken binnen een systeemgerichte aanpak vanzelfsprekend is.
  • Benut bestaande instrumenten om in je aanpak goed rekening te houden met gender. In opdracht van het landelijke programma Geweld hoort nergens Thuis ontwikkelden wij daar verschillende tools voor. Deze zijn te vinden op de website van het landelijke programma.

 

Percepties over partnergeweld in het Caribisch deel van het Koninkrijk

In Nederland en wereldwijd is er steeds meer aandacht voor geweld tegen vrouwen. Verschillende gemeenten en organisaties zetten zich in om huiselijk geweld en kindermishandeling tegen te gaan. Soms worstelen die ook met hoe ze hun aanpak zo goed mogelijk kunnen toespitsen op mensen met verschillende culturele achtergronden. Om de betrokkenen zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen is het belangrijk om aandacht, kennis en begrip te hebben voor de context waarin het geweld zich afspeelt, hoe de betrokkenen ernaar kijken en de factoren die voor deze groepen anders zijn of extra spelen.

Regioplan-onderzoeker Kristen Martina heeft onderzoek verricht naar de percepties van Curaçaoënaars in Nederland over partnergeweld, gebruik van geweld binnen de opvoeding en de rol van gender en emotieregulatie daarbij. Uit haar onderzoek kwam het volgende naar voren:

  • Perceptie gebruik fysiek geweld: er is in bepaalde lagen van de Curaçaose gemeenschap een dubbele standaard met betrekking tot fysiek geweld. Het gebruik van geweld in relaties wordt afgekeurd en als delict gezien. Over het algemeen hadden respondenten een duidelijke notie van hoe er in geval van geweld gereageerd moet worden, namelijk met geweld of het verlaten van de locatie of situatie. Bedreiging en belediging zijn de voornaamste aanleidingen voor het gebruik van geweld.
  • Perceptie partnergeweld: macht, respect en eer worden bij fysiek (partner)geweld als belangrijke kernfactoren gezien. Geweld wordt veelal gebruikt om macht af te dwingen. Hiernaast worden het persoonlijke respect en de eer aangetast indien er bijvoorbeeld sprake is van belediging of vernedering. Dit gedrag wordt snel als provocatief ervaren. De emotieregulatie en gendernormen spelen hierbij ook een belangrijke rol.
  • Perceptie over rol van gender en emotieregulatie: het opkroppen van negatieve emoties kan enerzijds leiden tot conflicten in de partnerrelatie. Anderzijds kan het de kans op vreemdgaan vergroten. Vreemdgaan en geweld kunnen elkaar vaak uitlokken. De genderpatronen zorgen bij mannen en vrouwen voor conflicterende verwachtingspatronen jegens elkaar en kunnen ook leiden naar het gebruik van geweld als gevolg van conflicten in de partnerrelatie.
  • Perceptie over de politie: hoewel het gebruik van geweld als delict wordt gezien, is er om verschillende redenen toch een lage bereidheid om aangifte te doen, tenzij er sprake is van ernstige schade of levensgevaar. Aangifte vindt men geen langdurige en effectieve oplossing. Dit komt met name omdat de dader mogelijk niet opgepakt wordt of na een korte tijd weer op vrije voeten zal zijn. Ten tweede is er wantrouwen jegens de politie, men verwacht dat er onderscheid wordt gemaakt op basis van ras. Verder speelt het negatieve beeld dat er over Curaçaoënaars heerst volgens de respondenten een wezenlijke rol bij het zetten van de stap om naar de politie te gaan en bij de bejegening door de politie. Tot slot is angst voor wraak van de dader vooral voor vrouwelijke slachtoffers een enorme barrière.
  • Perceptie over hulpverlening: men is over het algemeen positief over hulpverlening. Toch hinderen schaamte, angst, wantrouwen en een focus op zelfredzaamheid het benaderen van hulpverleningsinstanties. Men wil veelal zelf de problemen oplossen. In het geval van partnergeweld wordt het beëindigen van de relatie vaak als de beste oplossing gezien.

Wat betekent dit voor de gemeentelijke aanpak?

  • Maak gebruik van een gendersensitieve aanpak, waarbij je aansluit bij de rollen en verwachtingen rondom mannelijkheid en vrouwelijkheid binnen Curaçaose gemeenschappen. Zorg ervoor dat hierin ruim aandacht is voor helpende elementen in deze genderpatronen. Voorbeelden daarvan zijn het streven naar onafhankelijkheid van vrouwen; en de hoge verwachting van vrouwen die mannen hebben.
  • Cultureel sensitieve interventies zijn gunstig voor het verkleinen van de afstand tussen hulpverleningsinstanties en de doelgroep. Verlies hierbij niet het zicht op mogelijke verschillen binnen de groep. Zet waar mogelijk hulpverleners uit de doelgroep zelf in, of  die de taal spreken en de cultuur kennen, om het vertrouwen van deze groep te kunnen winnen.
  • Een combinatie van factoren ligt ten grondslag aan en is belangrijk bij het normaliseren en voeden van het gebruik van fysiek geweld bij een deel van de gemeenschap. Dit is de combinatie van een (eer)cultuur waar respect erg belangrijk is, een genderspecifieke opvoeding, de opvoedingswijze met fysieke disciplinering en een gebrek aan het leren van goede alternatieve manieren om met negatieve emoties om te gaan. Heb in je aanpak dus zeker aandacht voor deze factoren.
  • Maak in je aanpak gebruik van de verschuiving in het beeld van opvoedingsidealen. Steeds meer ouders geven meer ruimte voor openhartigheid bij bepaalde thema’s, het meer uiten van de eigen opinie van kinderen en andere opvoedings-en disciplineringsstrategieën.
  • Bied hulp en trainingen aan voor het aanleren van alternatieve communicatie- en opvoedingsvaardigheden – vooral in het geval van conflicten – ter verbetering van de emotionele expressie in gezinsrelaties. Breng het belang van hulpverlening onder de aandacht en vergroot het bewustzijn over de negatieve gevolgen van fysieke disciplinering. Werk samen met uitvoerende partijen en hulpverleningsorganisaties. Maak hierbij gebruik van de focus op zelfredzaamheid die onderdeel is van de cultuur en presenteer eventuele hulpverlening als een versterking van die zelfredzaamheid.

Hoewel er verschillen zijn tussen de Curaçaose gemeenschap in Nederland en de andere de Nederlands-Caribische gemeenschappen in bijvoorbeeld grootte en taal, kunnen deze lessen, gezien de overeenkomsten in cultuur en gewoonten, voor de gemeentelijke aanpak ook breder getrokken worden naar andere Nederlands-Caribische gemeenschappen in Nederland.

Verdrag van Istanbul in het Koninkrijk
Het Verdrag van Istanbul, het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, is door Nederland ondertekend in 2012 en voor het gehele Koninkrijk der Nederlanden goedgekeurd in 2015. Dit verdrag is echter alleen voor het Europese deel van Nederland heeft geratificeerd in 2016, en niet voor de eilanden. Eerder hebben wij onderzoek gedaan naar wat voor de BES-eilanden nodig is om te komen tot een passende en sluitende aanpak. Voor de BES-eilanden gold dat er een inhaalperiode nodig was om aan de verplichtingen van het Verdrag te voldoen. Voor de autonome landen binnen het Koninkrijk geldt dat Aruba, Curaçao en Sint Maarten zelf beslissen hoe en binnen welk tijdsbestek ze de ratificatie van het Verdrag willen uitvoeren. Ondertussen zijn deze eilanden bezig met het verder verbeteren van hun aanpak. In 2020 werd een evaluatierapport van een groep deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (GREVIO) gepubliceerd met aanbevelingen voor Nederland. In dit rapport dringt deze groep experts er bij het Koninkrijk op aan te komen tot een uitvoeringsplan en alle nodige maatregelen te nemen om de autonome eilanden aan te moedigen om te komen tot ratificatie en uitvoering van het verdrag. Ook voor de BES-eilanden dringt deze groep experts er bij de Nederlandse autoriteiten op aan de toepassing van het Verdrag van Istanbul uit te breiden naar de BES-eilanden. In 2020 is er een nieuw bestuursakkoord van kracht geworden dat stappen bevat om de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling te versterken, en zo te komen tot een uiteindelijke ratificatie en uitvoering van het verdrag.

 

Meer weten over partnergeweld en huiselijk geweld in de Caribische gemeenschap? Neem contact op met Kristen Martina.

Veilige Steden: welke kennisproducten zijn er allemaal?

Programma Veilige Steden ondersteunt gemeenten om de openbare ruimte veiliger te maken voor vrouwen en meisjes. Om gemeenten en organisaties hierbij te helpen, heeft Regioplan verschillende kennisproducten ontwikkeld. Dit zijn bijvoorbeeld handreikingen en factsheets met kennis en tips voor gemeenten en organisaties die zich in willen zetten tegen geweld tegen vrouwen in de openbare ruimte.

Welke kennisproducten zijn er allemaal?

  • Factsheet feiten en cijfers: waar kun je bruikbare cijfers over geweld tegen vrouwen vinden, en wat zijn de voor- en nadelen van deze bronnen? Bekijk hier een overzicht van de beschikbare bronnen die te raadplegen zijn voor feiten en cijfers over (on)veiligheid van meisjes en vrouwen in de openbare ruimte, waar deze bronnen te vinden zijn, wetenswaardige punten voor agendering, monitoring en sturing bij het gebruik van deze cijfers, en hoe gemeenten deze cijfers zelf kunnen aanvullen met informatie op lokaal niveau. ·
  • Handreiking preventieve aanpak: waar moet je in je beleid op focussen als het gaat om preventie van geweld tegen vrouwen? Wij bieden een overzicht van kaders en handvatten om de preventief beleid effectief in te richten en na te gaan of de beoogde gemeentelijke inzet kansrijk is. ·
  • Handreiking impact meten: hoe kun je de impact van de uitvoering van jouw project in het kader van programma Veilige Steden meten en monitoren? In deze handreiking staat hoe je stapsgewijs te werk kan gaan en waar je op moet letten bij het zichtbaar maken van deze impact. ·
  • Handreiking veiligheid in de studententijd: een aanzienlijk deel van de studenten heeft negatieve seksuele ervaringen hebben in hun studententijd. In deze handreiking geven we tips uit de (gemeente)praktijk die de veiligheid van studenten kan verbeteren. ·
  • Handreiking aard en omvang: hoe breng je de aard en de omvang van geweld tegen vrouwen in beeld in jouw gemeente? Wat zijn de voor- en nadelen van elke methode, en waar moet je op letten als je slachtofferenquêtes gebruikt? Een overzicht hiervan vind je in deze handreiking. ·
  • Inspiratiedocument 16 days of Action: wat zijn de 16 days of Action, welke activiteiten organiseren gemeenten en welke activiteiten worden er in het buitenland georganiseerd? Deze handreiking bevat (inter)nationale voorbeelden die ter inspiratie gebruikt kunnen worden tijdens de 16 dagen van actie. ·
  • Handreiking jongens en mannen als deel van de oplossing: geweld tegen vrouwen wordt disproportioneel vaak gepleegd door mannen. Gelukkig zijn de meeste jongens en mannen geen plegers, maar bijvoorbeeld wel omstander of professional. In deze handreiking geven wij vuistregels en valkuilen waar gemeenten op kunnen letten in hun aandacht voor mannen in het beleid, en lichten we, in samenwerking met Emancipator, voorbeeldprojecten uit waar deze vuistregels in terugkomen.
  • Visiedocument verbinding Veilige en Regenboogsteden: Regenboogsteden en Veilige Steden zijn twee programma’s die de ontwikkeling van lokaal beleid stimuleren. Beide programma’s geven gemeentes de ruimte om beleid in te richten, passend bij de lokale situatie, partners en lokale ontwikkelingen. Oftewel: hoe kunnen gemeenten de programma’s elkaar laten versterken en waar moet je dan op letten? In dit document delen we in samenwerking met Movisie onze visie hierop.

 

Het Charter Diversiteit: Monitor 2020

In 2020 inventariseerden wij voor het derde jaar op een rij de resultaten van het Charter Diversiteit, in opdracht van SER Diversiteit in Bedrijf. De Charter Diversiteit beoogt meer diversiteit en inclusie te realiseren op de werkvloer. Deze inventarisatie laat zien dat Charterondertekenaars positieve veranderingen merken ten aanzien van het bevorderen van een inclusievere bedrijfssfeer en de instroom van medewerkers uit verschillende diversiteitsgroepen. De coronapandemie lijkt er niet toe hebben geleid dat er minder aandacht is voor diversiteit en inclusie, maar heeft wel impact op de activiteiten die Charterondertekenaars hiervoor kunnen inzetten.

Uitvoering

Arbeidsorganisaties kunnen de Charter Diversiteit ondertekenen om inclusie en diversiteit in hun organisatie te bevorderen. Vervolgens dienen zij een plan van aanpak in waarin zij beschrijven welke maatregelen zij hiervoor zullen ondernemen. Eind 2020 telt het Charter Diversiteit 251 ondertekenaars.

Charterondertekenaars hanteren twee hoofdstrategieën om te komen tot een diversere en inclusievere arbeidsorganisatie: 1) het creëren van bewustzijn en draagvlak voor diversiteit en inclusie en 2) het aanpassen van het personeelsbeleid. Succesvolle activiteiten die Charterondertekenaars hiervoor inzetten zijn onder andere het organiseren van (online) evenementen of trainingen en het stimuleren van de dialoog tussen medewerkers over diversiteit en inclusie.

Resultaten

Charterondertekenaars zijn overwegend positief over resultaten ten aanzien van het bevorderen van een inclusieve bedrijfssfeer. Zo zien ze een toename van respectvol gedrag tussen medewerkers. Ook zien Charterondertekenaars positieve veranderingen op het gebied van participatie van verschillende diversiteitsgroepen, bijvoorbeeld door het ondersteunen van medewerkersnetwerken. Tenslotte behaalden veel Charterondertekenaars positieve resultaten met betrekking tot de instroom van medewerkers met een arbeidsbeperking of chronische ziekte, met een migratieachtergrond, vrouwen en jongeren.

Impact van de coronapandemie

De coronapandemie heeft in 2020 niet geleid tot een afname van aandacht voor diversiteit en inclusie bij de Charterondertekenaars. Zo is de prioriteit voor het diversiteitsbeleid in 2020 gelijk gebleven of zelfs toegenomen. Wel heeft de coronapandemie invloed op de manier waarop Charterondertekenaars diversiteit en inclusie onder de aandacht brengen, bijvoorbeeld dat er minder trainingen of workshops aangeboden worden.

Succesfactoren

De volgende succesfactoren dragen bij aan het bevorderen van diversiteit en inclusie:

  • Betrokkenheid van het bestuur bij het diversiteitsbeleid
  • Het aanstellen van specifiek verantwoordelijke medewerker(s) voor de uitvoering van het diversiteitsbeleid
  • Voldoende budget en uren beschikbaar voor de uitvoering

Meer weten?

Lees meer over deze monitor op de projectpagina of neem voor meer informatie contact op met Jeanine. De monitoren over 2018 en 2019 zijn ook terug te vinden op onze website.

Het Charter Diversiteit: Monitor 2020

In 2020 inventariseerden wij voor het derde jaar op een rij de resultaten van het Charter Diversiteit, in opdracht van SER Diversiteit in Bedrijf. Arbeidsorganisaties kunnen de Charter Diversiteit ondertekenen om inclusie en diversiteit in hun organisatie te bevorderen. Vervolgens dienen zij een plan van aanpak in waarin zij beschrijven welke maatregelen zij hiervoor zullen ondernemen. Eind 2020 telt het Charter Diversiteit 251 ondertekenaars.

Uitvoering
Charterondertekenaars hanteren twee hoofdstrategieën om te komen tot een diversere en inclusievere arbeidsorganisatie: 1) het creëren van bewustzijn en draagvlak voor diversiteit en inclusie en 2) het aanpassen van het personeelsbeleid. Succesvolle activiteiten die Charterondertekenaars hiervoor inzetten zijn onder andere het organiseren van (online) evenementen of trainingen en het stimuleren van de dialoog tussen medewerkers over diversiteit en inclusie.

Resultaten
Charterondertekenaars zijn overwegend positief over resultaten ten aanzien van het bevorderen van een inclusieve bedrijfssfeer. Zo zien ze een toename van respectvol gedrag tussen medewerkers. Ook zien Charterondertekenaars positieve veranderingen op het gebied van participatie van verschillende diversiteitsgroepen, bijvoorbeeld door het ondersteunen van medewerkersnetwerken. Tenslotte behaalden veel Charterondertekenaars positieve resultaten met betrekking tot de instroom van medewerkers met een arbeidsbeperking of chronische ziekte, met een migratieachtergrond, vrouwen en jongeren.

Impact van de coronapandemie
De coronapandemie heeft in 2020 niet geleid tot een afname van aandacht voor diversiteit en inclusie bij de Charterondertekenaars. Zo is de prioriteit voor het diversiteitsbeleid in 2020 gelijk gebleven of zelfs toegenomen. Wel heeft de coronapandemie invloed op de manier waarop Charterondertekenaars diversiteit en inclusie onder de aandacht brengen, bijvoorbeeld dat er minder trainingen of workshops aangeboden worden.

Succesfactoren
De volgende succesfactoren dragen bij aan het bevorderen van diversiteit en inclusie:

  • Betrokkenheid van het bestuur bij het diversiteitsbeleid
  • Het aanstellen van specifiek verantwoordelijke medewerker(s) voor de uitvoering van het diversiteitsbeleid
  • Voldoende budget en uren beschikbaar voor de uitvoering

Meer informatie?
Neem contact op met Heleen.

Gebruiken van de Impactmonitor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Hoe kan kennis uit de Impactmonitor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling ingezet worden voor een effectievere aanpak HGKM? Regioplan ontwikkelde een aantal instrumenten die gemeenten, regio’s en hun ketenpartners daarbij helpen.

De Impactmonitor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (verder: Impactmonitor) ontsluit data die gebruikt kunnen worden bij de agendering, aansturing, inrichting en uitvoering van de aanpak van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (HGKM) en beoogt zo bij te dragen aan de verbetering van de effectiviteit van die aanpak.

Regioplan ondersteunde in het najaar van 2021 en het voorjaar van 2022 regio’s bij het werken met de Impactmonitor. Daarbij werden beleid en uitvoeringspraktijk van gemeenten, regio’s en hun ketenpartners betrokken. De ondersteuning was gericht op zowel kennisverspreiding over het bestaan en de inhoud van de Impactmonitor als op het praktische gebruik ervan (hoe vind ik welke cijfers?). Ook bood Regioplan ondersteuning bij de inzet van de cijfers voor ontwikkeling en evaluatie van beleid en voor het sturen op de uitvoering van de aanpak. Daarbij werd ook informatie opgehaald om de monitor verder te ontwikkelen.

Het project heeft geresulteerd in een rapportage waarin inzichten voor verbetering van het gebruik van de Impactmonitor gebundeld zijn, en die ook een advies bevat voor de verdere ontwikkeling van de Impactmonitor. Ook zijn verschillende instrumenten ontwikkeld om het gebruik te ondersteunen en daarmee het kennisgestuurd werken in regio’s te versterken.

Veilige Steden: Twee nieuwe kennisproducten over de veiligheid van vrouwen in openbare ruimte

Het programma Veilige Steden heeft twee handreikingen gelanceerd met handvatten en tips voor de verbetering van de veiligheid voor vrouwen in de openbare ruimte!

Hoe meet je de aard en omvang van het geweld en wat is daar de meerwaarde van? Het eerste kennisproduct geeft hier antwoord op. We gaan in op het meten van de aard en omvang van geweld tegen vrouwen in de openbare ruimte en presenteren verschillende bruikbare methoden, waarbij de focus gelegd wordt op het gebruik van slachtofferenquêtes en goede enquêtevragen.

Het tweede kennisproduct behandelt het thema ‘veiligheid in de studententijd’. Naast studeren is de studententijd ook een periode voor ontwikkelen en experimenteren. Seksueel ongewenst gedrag komt veel voor onder Nederlandse studenten. Gemeenten en hun partners hebben kennis en tips uitgewisseld over hoe ze werken aan een veiligere studententijd in én na de introductieweken. In de handreiking zijn alle tips samengesteld ; bruikbaar voor gemeenten, onderwijsinstellingen, horeca, studentenverenigingen en andere partners die het voor studenten zo veilig mogelijk willen maken.

Benieuwd? Bekijk deze handreikingen hier en lees meer over het programma Veilige Steden op de projectpagina.

29 juni: kennissessie heropening horeca

Stap voor stap heropent de horeca. Een opluchting en mooi vooruitzicht voor velen. Maar hoe zorgen gemeentes ervoor dat er binnen de hectiek van de heropening aandacht blijft voor veiligheid, en specifiek die van meisjes en vrouwen? Op dinsdagochtend 29 juni organiseren we in het kader van het programma Veilige Steden een online bijeenkomst met praktische tips. Experts van verschillende organisaties delen hierin hun kennis en beantwoorden vragen als:

  • Welke ontwikkelingen en risico’s spelen bij de heropening van de horeca?
  • Welke interventies worden in verschillende gemeenten ingezet?
  • Met welke randvoorwaarden moet u hierbij rekening houden?
  • Hoe kunt u aansluiten op bestaande kennis, tools en campagnes?

De sessie vindt plaats 29 juni van 10:00-11:00. Meer weten of aanmelden? Kijk op www.programmaveiligesteden.nl of neem contact op met Heleen Schols.

Masterclass Gendersensitieve aanpak van HGKM: wat ga je nu echt zien als je beter kijkt?

Wat kun je echt zien in een casus, als je goed kijkt? In opdracht van het landelijk programma Geweld hoort nergens Thuis gaven wij samen met Wilde Kastanje de masterclass gendersensitief handelen in de aanpak van huiselijk geweld kindermishandeling (HGKM). Wat levert de aandacht voor verwachtingen, rolpatronen, controle, macht en ongelijkheid op voor een effectieve aanpak HGKM? En bovenal ook: wat kan je missen als je die onderliggende patronen niet mee neemt?

Samen met zo’n 50 deelnemers (regionaal projectleiders en beleidsmedewerkers) onderzochten we in een casus welke rol gender kan spelen in het ontstaan en voortduren van geweldsituaties. Gender- de maatschappelijke betekenis die we aan man- en vrouwzijn geven- is een factor in het ontstaan en voortduren van HGKM.

Gendersensitief handelen begint, net als al het effectief handelen bij huiselijk geweld en kindermishandeling, bij een zo volledig mogelijk zicht krijgen op de veiligheid. In de aanpak is aandacht voor gender echter nog niet vanzelfsprekend. Dit is een gemiste kans omdat het er toe kan leiden dat de aanpak van HGKM minder effectief is en je (onderliggende) patronen/oorzaken van geweld kan missen in een casus. Gendersensitief kijken voegt specifieke vragen binnen een systeemgerichte benadering en maakt dat we soms meer zien en meer handelingsperspectieven krijgen voor de duurzame veiligheid. Tevens zetten we in de masterclass uiteen hoe gemeenten de aandacht voor gender in de aanpak kunnen versterken.

Meer weten?
‘De masterclass maakt onderdeel uit van een breder project  opleveren voor het bevorderen van gendersensitiviteit in de aanpak van HGKM. De komende tijd zullen deze handvatten worden afgerond en verspreid; houd onze website daarvoor in de gaten! Meer weten over hoe de gendersensitieve aanpak gestimuleerd kan worden? Neem contact op met Katrien. 

Gender en huiselijk geweld: zo zit het!

8 maart, internationale vrouwendag. Meer dan we denken worden de relaties tussen mannen en vrouwen nog steeds bepaald door de verwachtingen die we als samenleving aan de twee seksen opleggen. Dat is ook het geval bij geweld tegen vrouwen: gender is één van de factoren die geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld veroorzaken en in stand houden. Om dit geweld effectief aan te pakken is dan ook aandacht voor gender nodig. Maar wat is dat dan precies? En hoe ziet de relatie tussen gender en geweld tegen vrouwen/huiselijk geweld eruit? In deze analyse leggen we dat uit. We stelden de analyse op in het kader van onze nadere concretisering van de aanbevelingen die aan Nederland zijn gedaan in het kader van de opvolging van het Verdrag van Istanbul. Het hele rapport is hier te vinden.

20094-Analyse gender en huiselijk geweld-Regioplan