Werkveld: Arbeid en sociale zekerheid
Hoe staat het ervoor met het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’?
Met het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ subsidieert Instituut Gak projecten gericht op de arbeidsmarktparticipatie van statushouders. In de tussenrapportage bespreken we de opbrengsten van de eerste 8 afgeronde projecten. Ook bespreken we welke elementen uit de aanpak volgens deelnemers, projectmedewerkers en werkgevers bijdragen aan het vinden van werk of een opleiding.
Stappen gezet richting werk
Een op de drie deelnemers is na het project uitgestroomd naar betaald werk, een opleiding of een andere vorm van (onbetaald) werk. Bij deelnemers die nog niet werken of een opleiding volgen zijn vaak wel stappen in de goede richting te zien. Zo hebben zij hun persoonlijk kapitaal uitgebreid door hun sociale netwerk uit te breiden, hun taalvaardigheid te verbeteren, culturele werknemersvaardigheden te leren of vakspecifieke kennis op te doen. Ook hebben deelnemers vaak meer zelfvertrouwen gekregen door het project en weten zij beter wat zij willen en kunnen. Tenslotte is in veel projecten aandacht besteed aan de Nederlandse arbeidsmarkt en solliciteren, waardoor deelnemers beter zijn in werk zoeken en solliciteren.
Vooral aandacht voor aanbodzijde
Opvallend is dat in de projecten vooral aandacht wordt besteed aan de aanbodzijde door de kennis en vaardigheden van statushouders te verbeteren. De vraagzijde blijft nog onderbelicht. Veel projecten bieden nazorg om de werkgevers en statushouders te begeleiden in de eerste periode. Daarnaast is het belangrijk dat werkgevers tijd willen investeren in het inwerken van een statushouder en collega’s realiseren dat het soms ook aanpassing van hun kant vergt. Om vraag en aanbod samen te brengen lijkt intensieve bemiddeling tussen werkgever en statushouder het meest succesvol.
Meer informatie?
Lees het tussenrapport of neem contact op met Jeanine Klaver.
Duaal inburgeren: hoe kunnen leren en participeren elkaar versterken?
Op 1 januari 2022 wordt de Nieuwe Wet inburgering ingevoerd. In de aanloop hiernaar doen gemeenten alvast ervaring op met elementen uit de nieuwe inburgeringswet, door middel van pilots rondom zes thema’s. Een van de pilotthema’s is duale trajecten, waarbinnen taalverwerving wordt gecombineerd met toeleiding naar participatie. Wij voeren in opdracht van het Ministerie van SZW voor deze pilot een procesevaluatie uit.
Ervaringen van betrokkenen
Pilotgemeenten, inburgeraars en werkgevers zijn over het algemeen positief over de duale trajecten. Inburgeraars vinden het prettig om praktijkgericht taalonderwijs te krijgen, zeker wanneer zij analfabeet of moeilijk leerbaar zijn. Ook geven zij aan veel over de Nederlandse werkcultuur te leren. Werkgevers zijn vaak ook positief over inburgeraars, met name over hun motivatie. Wel merken zij dat zij veel moeten investeren om de statushouder goed te laten landen. Taalniveau blijft een uitdaging en wanneer dit niet voldoende ontwikkelt kan het een reden zijn om een statushouder geen contract aan te bieden.
Inrichting van de duale trajecten
In de negen pilots wordt op verschillende manieren vormgegeven aan de duale trajecten. Wat het beste werkt, hangt af van de context. De belangrijkste keuzes die gemeenten hierin maken zijn:
1. Leg je de regie bij de gemeente of een externe partij gelegd?
2. Kies je voor een groepsgewijze of individuele aanpak?
3. In hoeverre integreer je taalonderwijs en participatie?
4. Hoe stimuleer je praktische taalvaardigheid?
5. Op welke vormen van participatie zet je in en wanneer?
6. Steek je de matching met een participatieplaats aanbod- of vraaggericht in?
In ons rapport is te lezen hoe de negen pilotgemeenten deze punten hebben aangepakt en welke lessen daaruit te trekken zijn voor andere gemeenten.
Meer informatie? Neem contact op met Jeanine Klaver.
Met alles opnieuw starten: procesevaluatie van het programma Stichting Nieuw Thuis Rotterdam
Het SNTR-programma
Stichting Nieuw Thuis Rotterdam (SNTR) is in 2016 opgericht door Stichting de Verre Bergen om tweehonderd Syrische vluchtelingengezinnen te helpen om snel te integreren in de Rotterdamse samenleving. Daartoe biedt SNTR de deelnemende gezinnen een huurwoning en een intensief integratieprogramma, bestaande uit maatschappelijke begeleiding, taallessen en loopbaanbegeleiding. Het SNTR-programma is daarmee uniek in zijn soort. Deelnemers krijgen bijvoorbeeld vier dagdelen per week taalles en worden regelmatig thuis bezocht voor hulp met praktische zaken en het vergroten van de zelfredzaamheid. De ambitie is dat de gezinnen zo beter de Nederlandse taal leren, zelfredzamer worden en zich thuis gaan voelen in Rotterdam.
Onderzoek: het BRIDGE-project
De Erasmus Universiteit voerde in opdracht van Stichting De Verre Bergen een meerjarig onderzoek uit naar de werking en effectiviteit van het SNTR-programma. Dit zogenoemde BRIDGE-project omvat meerdere onderzoeken, te weten een procesevaluatie, een monitor van de uitkomsten, een effectevaluatie en een onderzoek naar de kinderen en jongeren van het SNTR-programma. De procesevaluatie is in samenwerking uitgevoerd door Regioplan en de EUR.
De procesevaluatie
Het doel van de procesevaluatie is te laten zien in hoeverre de SNTR-aanpak in de praktijk zo wordt uitgevoerd als beoogd en op welke wijze dit volgens de betrokkenen bijdraagt aan de beoogde doelen. Hiertoe zijn in 2019 onder meer interviews gevoerd met uitvoerders en deelnemers en zijn huisbezoeken en coachingsgesprekken geobserveerd. De resultaten zijn beschreven in een rapport genaamd ‘Alles onder één dak: De uitvoering van het SNTR-programma voor Rotterdamse statushouders in beeld’.
In 2020 is er een vervolg op de procesevaluatie uitgevoerd, waarin een nieuwe ronde interviews is gedaan langs de betrokken uitvoerders en samenwerkingspartners. Het voornaamste doel hiervan was om recente ontwikkelingen in het SNTR-programma sinds 2019 in kaart te brengen. Daarnaast is naar enkele thema’s verdiepend onderzoek gedaan, en is extra aandacht besteed aan de rol van de context op de uitvoering en ervaren bijdrage van het SNTR-programma. De bevindingen hiervan zijn samen met die uit de andere deelonderzoeken uit het BRIDGE-project verwerkt in de overkoepelende eindrapportage, genaamd ‘Met alles opnieuw starten‘.
Bevindingen procesevaluatie
Kijkend naar de verschillende onderdelen van het SNTR-programma, zien we dat de maatschappelijke begeleiding statushouders intensief ondersteunt bij het nemen van allerlei bureaucratische hobbels en bijdraagt aan het oplossen van veel praktische problemen (‘brandjes blussen’). Tegelijkertijd constateren we dat het mede hierdoor niet altijd lukt om systematisch te werken aan de zelfredzaamheid van de deelnemers. Verder zien we dat deelnemers gemotiveerd en begeleid worden om zich te oriënteren op (een vorm van) werk, en worden ondersteund bij het ontwikkelen van hun vaardigheden en zelfvertrouwen. Dit onderdeel van het programma kan nog beter worden uitgewerkt, onder andere door de samenwerking met de gemeente Rotterdam te versterken. De SNTR-aanpak kenmerkt zich tevens door een intensief taalprogramma. Voor sommige deelnemers draagt dit duidelijk bij aan een snellere taalverwerving, maar er zijn ook deelnemers voor wie het intensieve programma te snel gaat. Ook blijkt het taalprogramma moeilijk te combineren met (een vorm van) werk.
Overkoepelende bevindingen EUR Bridge project
De overkoepelende eindrapportage ‘Met alles opnieuw starten’ trekt op basis van de verschillende deelonderzoeken van het EUR Bridge project een algehele conclusie over de werking en de effectiviteit van het SNTR-programma. Centraal hierbij staat een effectmeting die is uitgevoerd op basis van een longitudinale panelsurvey, waarbij SNTR-deelnemers zijn vergeleken met een controlegroep van statushouders die door de gemeente zijn begeleid. De resultaten laten zien dat de SNTR-deelnemers op zowel taalverwerving, zelfredzaamheid als participatie niet significant beter scoren dan de vergelijkingsgroep. Hiervoor zijn meerdere potentiële verklaringen te geven. Zo kan de invloed van beleid beperkt zijn in verhouding tot andere factoren, en hebben weerbarstigheden in de uitvoering van het programma wellicht betere resultaten in de weg gestaan. Ook kan het zijn dat de effecten van het SNTR-programma pas op een later moment zichtbaar zullen worden. Daarom is een derde veldwerkronde van de survey afgenomen, waarover later gepubliceerd zal worden.
Meer informatie
Voor meer informatie over de procesevaluatie, neem contact op met Adriaan of Jeanine.
Voor meer informatie over het EUR Bridge project en het overkoepelende eindrapport ‘Met alles opnieuw starten’, neem contact op met Meta van der Linden of Jaco Dagevos.
Monitor en evaluatie versnelling en intensivering armoede- en schuldenaanpak
Met de versnelling en intensivering van de armoede- en schuldenaanpak wil het kabinet dat kwetsbare groepen die door de coronacrisis financieel (harder) zijn geraakt vroegtijdig, snel en adequaat geholpen worden om (een stapeling van) problemen te voorkomen. In het kader van deze aanpak wordt aan verschillende initiatieven subsidie verleend. De initiatieven beogen om bestaande en nieuwe groepen met armoede- en/of schuldenproblematiek zo vroeg mogelijk te vinden, te bereiken en te informeren, om de ondersteuning aan deze groepen laagdrempeliger en passender te maken en om gemeenten en uitvoeringsorganisaties bij de uitvoering van maatregelen te versterken.
Aan de Tweede Kamer is toegezegd dat de versnelling en intensivering van de armoede- en schuldenaanpak zal worden gemonitord en geëvalueerd. Wij gaan hiermee aan de slag en zullen de komende twee jaar (tot en met eind 2022) de voortgang van de initiatieven in kaart brengen en onderzoeken in hoeverre de initiatieven hebben bijgedragen aan het behalen van de doelen van de aanpak. Behalve dat we effecten van de versnelling en intensivering inzichtelijk maken, dragen we er met de monitor en evaluatie ook aan bij dat tussentijds kan worden bijgestuurd en dat initiatieven van elkaar kunnen leren. Dit doen we samen met Roeland van Geuns, lector armoedeinterventies aan de Hogeschool van Amsterdam.
Communicatie loondoorbetaling bij ziekte
De afgelopen jaren zijn verschillende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat maximaal twee jaar loondoorbetaling bij ziekte zo veel mogelijk leidt tot werkhervatting van zieke werknemers. Deze maatregelen zijn erop gericht om de verplichtingen rondom loondoorbetaling bij ziekte makkelijker, goedkoper en duidelijker te maken.
Om ervoor te zorgen dat deze maatregelen het gewenste effect hebben, is communicatie over loondoorbetaling bij ziekte van essentieel belang zodat werkgevers, werknemers en andere betrokkenen weten welke verantwoordelijkheden zij wel en niet hebben wanneer een werknemer uitvalt wegens ziekte.
In dit onderzoek hebben we gesproken met werkgevers, werknemers en bedrijfsartsen. Op basis van hun ervaringen hebben we cruciale momenten, acties en bijbehorende behoeftes van betrokkenen in de twee jaar loondoorbetaling bij ziekte in kaart gebracht. Tot slot zijn deze behoeftes vertaald naar mogelijke communicatieactiviteiten.
Het onderzoek is uitgevoerd is samenwerking met Muzus in opdracht van het ministerie van SZW.
FLASH REPORT: COVID-19 financial measures for employers and the self-employed
As national experts in the European Social Policy Network (ESPN), Regioplan has published a short overview on COVID-19 financial measures in the Netherlands. The report was published on the website of the European Commission.
In 2020, the Dutch government introduced several radical financial measures mainly for employers and the self-employed. These measures were taken in order to prevent the COVID-19 restrictions from causing a further economic downturn. The Dutch unemployment rate turned out to be lower than expected in earlier predictions, also compared to other European countries.
Gesubsidieerde banen: opstap naar regulier werk?
De gemeente Den Haag biedt inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt de kans om aan de slag te gaan in een gesubsidieerde STiP-baan (Sociaal Traject in Perspectief). Wij onderzochten in hoeverre de STiP-regeling eraan bijdraagt dat deelnemers zich kunnen ontwikkelen en op termijn duurzaam kunnen uitstromen naar regulier werk.
De basisbaan en STiP-banen
In 2020 concludeerde de WRR dat een ‘basisbaan’ het sluitstuk van de sociale zekerheid zou moeten vormen, als antwoord op de veranderende en veeleisende arbeidsmarkt. Dit biedt de 1 miljoen mensen die niet deelnemen aan het arbeidsproces de kans om maatschappelijk nuttig bezig te zijn, en kan bijdragen aan hun bredere welzijn, zo is de gedachte.
De gemeente Den Haag biedt inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt al sinds 2017 de kans om aan de slag te gaan in een gesubsidieerde STiP-baan. STiP staat voor ‘Sociaal Traject in Perspectief’, en het werk dat deelnemers uitvoeren is additioneel en vindt bij een reguliere werkgever plaats. STiP-deelnemers hebben een arbeidsovereenkomst en ontvangen een salaris. Tijdens de STiP baan worden ze begeleid en kunnen ze scholing volgen om zich te ontwikkelen. Zo kunnen ze hun arbeidsmarktkansen verbeteren en later mogelijk uitstromen naar een reguliere baan, zo is de gedachte. Op dit punt ziet de STiP-regeling er anders uit dan hoe de WRR de ‘basisbaan’ voorstelt; de WRR ziet doorstroming naar regulier werk namelijk niet per se als doel.
Aanzienlijke uitstroom naar regulier werk
Inmiddels wordt de STiP regeling ruim drie jaar uitgevoerd, en heeft de gemeente Den Haag ons gevraagd om deze te evalueren. Hiervoor spraken we met zowel deelnemers, werkgevers als met uitvoerders en brachten we op basis van CBS-data in kaart hoe het de deelnemers na hun STiP-baan verging. De resultaten laten zien dat ruim de helft (55%) van de deelnemers van wie de STiP-baan is beëindigd, er slaagt om binnen zes maanden een reguliere baan te vinden. Van degenen die hierin slagen, is 30 procent regulier in dienst genomen door dezelfde werkgever waar ze in hun STiP-baan werkten. Deelname aan STiP leidt voor veel deelnemers daarnaast tot bredere baten, zoals een toegenomen zelfvertrouwen en persoonlijke groei. Ook werkgevers geven aan dat de subsidiëring essentieel is om deze doelgroep in dienst te nemen.
Ruimte voor verbetering
Ons rapport bevat ook een aantal adviezen voor de gemeente Den Haag. Zo is er een professionaliseringsslag nodig om de kwaliteitsverschillen in de werkbegeleiding terug te brengen. Ook moeten de verwachtingen van de deelnemers omtrent het scholingsaanbod, dat vooral uit korte cursussen bestaat, getemperd worden. Tot slot adviseren we de gemeente om eerder en structureler aandacht te hebben voor doorbemiddeling naar regulier werk. De komende periode zal de gemeente deze adviezen implementeren in de regeling en in de dienstverlening.
Meer weten over ons onderzoek? Lees hier ons rapport.
Stappen op weg naar werk: lessen voor de arbeidstoeleiding van statushouders gebundeld
Sinds de grote instroom van asielzoekers in 2015 zijn door gemeenten en maatschappelijke organisaties aanpakken ontwikkeld om statushouders sneller en duurzamer te begeleiden richting de arbeidsmarkt. Acht van deze initiatieven zijn met subsidie vanuit het ZonMw-programma ‘Vakkundig aan het Werk’ door verschillende onderzoeksinstellingen onderzocht. Regioplan en het Verwey-Jonker Instituut bundelden deze kennis en destilleerden de belangrijkste inzichten over werkzame aanpakken.
De kennissynthese van werkzame elementen beoogt bij te dragen aan meer evidence based werken door gemeenten en andere organisaties die betrokken zijn bij de arbeidstoeleiding van statushouders. Naast de bundeling van de kennis uit de acht onderzoeken in een kennissynthese, ontwikkelden wij ook een handreiking voor de praktijk voor uitvoerend professionals en beleidsmakers om met elkaar het gesprek aan te gaan met behulp van gesprekskaarten over de inzichten uit de studies en de implicaties daarvan voor de inrichting van de begeleiding van statushouders in de praktijk.
Uit de studies zijn lessen te trekken over de algemene inrichting van de begeleiding zoals het belang van een integrale aanpak, waarbij aandacht is voor de verschillende kansen en belemmeringen die de statushouders op andere leefdomeinen ervaren; het benaderen van gezondheidsvraagstukken vanuit de invalshoek van positieve gezondheid; de rol en begeleidingsstijlen van de professional; en randvoorwaarden voor de inrichting van een effectieve begeleiding.
Naast algemene lessen over de begeleiding van statushouders naar werk zijn ook per fase in het toeleidingsproces – vanaf de intake tot nazorg na plaatsing bij een werkgever – de belangrijkste aandachtpunten en werkzame elementen gebundeld. In onderstaand figuur staan de belangrijkste inzichten waarover in de kennissynthese meer te lezen is, weergegeven.
Meer informatie?
Lees de kennissynthese en de handreiking of neem contact op met Jeanine.
Maatschappelijke Diensttijd Loopbaankansen (MDTL)
In Nederland hebben 120.000 jongeren tussen de 15 en 25 jaar een arbeidsbeperking door een chronische ziekte, lichamelijke of psychische aandoening of handicap. Jongeren met een beperking die een studie volgen ervaren vaak, naast het studeren, weinig mogelijkheden voor het opdoen van werkervaring. Om deze groep meer loopbaankansen te bieden gaan we de komende twee jaar samen met de Loopaangroep, ECIO en Incluvisie aan de slag met de Maatschappelijke Diensttijd Loopbaankansen (MDTL).
In dit project krijgen 250 studenten en jonge werknemers met een beperking een cursus loopbaanontwikkeling en doen de studenten onder begeleiding van de jonge werknemers (via peer-to-peer coaching) werkervaring op. Met als uiteindelijk doel dat jongeren met een beperking meer loopbaankansen krijgen, zodat zij duurzaam mee kunnen doen.
Vanuit Regioplan voeren wij het participatieve actieonderzoek uit. Ook jongeren met een beperking krijgen daarbij de mogelijkheid om zelf als onderzoeker in het project aan de slag te gaan.
MDTL wordt via het actieprogramma MDT mogelijk gemaakt door ZonMw.
Meer informatie?
Voor vragen kan contact op genomen worden met Miranda.
Baanverlies door de coronacrisis een belangrijke reden om een kosteloos ontwikkeladvies aan te vragen
De coronacrisis brengt veranderingen op de arbeidsmarkt met zich mee. Om op deze veranderingen te anticiperen stelde het kabinet deze zomer 22.000 ontwikkeladviezen beschikbaar. Zowel werkenden als werkzoekenden konden kosteloos een ontwikkeladvies aanvragen bij een loopbaanadviseur. Met het ontwikkeladvies krijgen mensen zicht op hun huidige arbeidsmarktkansen, omscholingsmogelijkheden of tips bij het zoeken naar werk. De ontwikkeladviezen waren populair; al na één maand was het maximaal aantal registraties bereikt. Op verzoek van het ministerie van SZW hebben wij met een vragenlijst onder deelnemers onderzocht wat de aanleiding en het doel was om een ontwikkeladvies aan te vragen en wat de kenmerken van de deelnemers zijn.
Wat was de aanleiding en het doel?
Een belangrijke aanleiding om een ontwikkeladvies aan te vragen was baanverlies (mede) vanwege de coronacrisis. Daarbij werd ook stress in de huidige baan vaak genoemd door de deelnemers. Dit vertaalde zich dan ook direct in het doel dat de deelnemers voor ogen hadden toen zij een ontwikkeladvies aanvroegen. Voor meer dan de helft van de deelnemers was het doel om mogelijkheden tot scholing of ontwikkeling te verkennen. Daarnaast hadden ook veel mensen als doel om leuker of geschikter werk te vinden of zochten hulp bij het zoeken naar werk.
Wie zijn de deelnemers?
Deelnemers waren relatief vaak vrouw hoger opgeleid en woonachtig in Noord-Holland. Ongeveer een derde van de deelnemers had geen startkwalificatie of is middelbaar opgeleid. Meer dan twee derde van de deelnemers was hoger opgeleid. Daarbij waren onder de deelnemers ook relatief veel mensen werkzaam in een sector die geraakt is door de coronacrisis, zoals kunst en cultuur, sport en recreatie, en de evenementenbranche. Eén op de vijf deelnemers was ZZP’er, freelancer of ondernemer, terwijl een kwart van de deelnemers geen werk had toen zij een ontwikkeladvies aanvroegen. Bijna de helft van de deelnemers had al meer dan 20 jaar werkervaring.
Meer ontwikkeladviezen beschikbaar
Omdat het maximum zo snel bereikt was heeft het kabinet besloten om opnieuw ontwikkeladviezen aan te bieden. Vanaf 1 december 2020 konden werkenden en werkzoekenden weer een ontwikkeladvies volgen bij een loopbaanadviseur. Deze keer werden er 50.000 adviestrajecten ter beschikking gesteld. Ook dit keer waren de ontwikkeladviezen populair: in iets meer dan een dag hebben 55.000 mensen zich geregistreerd voor een ontwikkeladviestraject, waarmee het maximum aantal registraties in recordtempo bereikt is.
Meer informatie?
Voor meer informatie over dit onderzoek, lees het onderzoeksrapport of neem contact op met Yannick.